LTO Nederland, CNV Vakmensen en FNV zijn het eens over de toepassing van de ketenbepaling in de WWZ.
De principe-afspraken gelden voor een reeks functies in de agrarische sector. Deze overeenkomst draagt volgens de bonden voldoende bij aan duurzame arbeidsrelaties voor oogst- en productiewerk.
Voor die functies is een kortere onderbreking dan 6 maanden in de WWZ toegestaan. Bedrijven hoeven seizoenswerkers niet direct een vast contract aan te bieden als die binnen zes maanden na afloop van een klus weer aan de slag gaan. Zo blijft het mogelijk medewerkers vaker op deze bedrijven te laten werken.
Voor functies van tenminste negen maanden zijn de voorwaarden bepaald waaronder de werknemer op zijn verzoek bij het vierde contract aanspraak kan maken op een contract voor onbepaalde tijd. Daarbij wordt de loonbetaling gespreid over een periode van 12 maanden.
De bonden en LTO gaan de afspraken nu voorleggen aan hun achterban en vervolgens aan de minister voor goedkeuring. Verleent de minister die uitzondering in de WWZ, dan worden de afspraken opgenomen in de af te sluiten cao’s. Het is niet duidelijk wat deze afspraken betekenen voor de looneis van de bonden. Met name in de glastuinbouw willen bonden compensatie voor het loonoffer van de afgelopen cao.