‘Prijsniveau peen is laag, maar er is wel vraag’

Door het wisselvallige groeiseizoen is de peen in de polders van wisselende kwaliteit. De peen van Aard Robaard lijkt aan de goede kant van het spectrum te zitten.

“In begin van het seizoen was het aan de droge kant, later juist nat”, aldus de peenteler in Dronten op 1 december. “We hebben hier niet de hoeveelheden regen gehad zoals op plaatsen in de Noordoostpolder en in Noord-Holland, daarom was bij ons van echte waterschade geen sprake. In zijn algemeenheid zitten er wel meer rotte punten aan de wortels en ook ringrot komt voor.”

“In de C/D peen zit dat wat meer dan in B peen. In onze partijen ben ik nauwelijks rotte punten tegen gekomen en gelukkig geen ringrot. Wat rotte punten vind ik niet zo erg, die drogen in de bewaring wel in. Ringrot zou erger zijn, dat kan zich in de bewaring uitbreiden en dan is het afwachten hoe de peen uit de bewaring komt.”

Gunstig vooruitzicht

Eind november is het marktperspectief voor bewaarpeen relatief gunstig. “Op dit moment is het aanbod groot en het prijsniveau laag, maar de vraag is er wel degelijk. Dat betekent dat de partijen die minder goed bewaarbaar zijn nu worden verhandeld. Dat biedt perspectief voor de goed bewaarbare partijen die je dan kunt verkopen als de prijzen hopelijk beter zijn.”

Meer tarra peen

Gemiddeld haalde Robaard een normale productie van zo’n 80 ton per hectare van het veld. “Er zit wel iets meer grond in de kisten en ik denk dat er iets meer kromme en vertakte wortels tussen zullen zitten. We zullen het merken als we in januari/februari wat proefspoelingen gaan doen om het verloop van de kwaliteit te bepalen. Op basis daarvan gaan we kijken naar de volgorde in het verwerken van de verschillende partijen. In maart/april komen wij pas echt met onze peen op de markt.”

Vroeg gerooid

Robaard startte begin oktober al met het rooien van zijn peen. “Dat is vroeg, maar voor het rooien van de aardappelen was het toen te nat. Peen rooien met een klembandrooier ging wel, daarom zijn we toen daaraan begonnen om toch je rooiuren te benutten. Bovendien was de peen door de voorspoedige groei voldoende ontwikkeld om met het rooien te kunnen beginnen.”

Auteur: Stan Verstegen