De Centrale Grondkamer oordeelt dat een preiteler voor pachtgrond niet jaarlijks de pachtprijs kan wijzigen bij wisselend gebruik als tuin- en laagwaardiger akkerland.
De pachter was van oordeel dat hij heeft afgesproken per jaar de bestemming van de percelen te bepalen en daarmee de relevante pachtprijs te betalen. Zo teelde hij de laatste jaren wisselend prei en mais en eens in de vier jaar suikerbieten op de twee percelen in Noord-Limburg. Hij baseert dat op de uitspraak van de pachtkamer in 2021 dat de percelen naar keuze door de pachter zijn te gebruiken voor de teelt van akkerbouw- of tuinbouwgewassen.
Niet variabel gebruikmaken van pachtnormen
De Centrale Grondkamer heeft dat besluit nu gecorrigeerd. Het kan niet zo zijn dat de teler voor de hele duur van de pachtperiode variabel gebruik kan maken van pachtnormen. Voor de gehele periode moet de norm voor tuinland toegepast worden, stelt de Centrale Grondkamer.
Op een ander punt krijgt de preiteler wel gelijk. Hij had een vaste pachtprijs afgesproken. Deze pachtprijs was door een besluit van de grondkamer hoger uitgevallen voor de jaren na 2018. Dat draait de Centrale Grondkamer terug. Het besluit betekent een goedkeuring van de overeengekomen pachtprijs per jaar.
