Monsanto ligt onder vuur nu een rechtbank een grote hoeveelheid interne communicatie van het bedrijf heeft vrijgegeven. Toen glyfosaat in verband werd gebracht met kanker, overwoog het bedrijf als ‘ghostwriter’ voor wetenschappers studies te schrijven die het tegendeel bewijzen.
Terecht of onterecht, Monsanto is in groene kringen geen geliefd bedrijf. De onderneming wordt traditioneel op twee fronten aangevallen: het verkopen van transgene gewassen en de productie van Roundup, een op glyfosaat gebaseerde herbicide die wereldwijd grootschalig wordt ingezet in de akkerbouw. Beiden zouden schadelijk zijn voor de volksgezondheid.
Interne correspondentie nu openbaar
Onlangs maakte een federale rechtbank in Californië grote stapels met interne correspondentie van Monsanto openbaar. Het gaat om stukken die worden gebruikt voor ruim twintig schadeclaims tegen Monsanto. Het gaat voor een deel om boeren die zeggen dat gebruik van Roundup bij hen zelf of bij verwanten heeft geleid tot lymfklierkanker.
In maart 2015 kwam IARC, een onderdeel van de Wereldgezondheidsorganisatie, tot de conclusie dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is. Hierna ontstond een discussie over ‘gevaar’ en ‘risico’. Zelfs als glyfosaat op zichzelf kankerverwekkend is, dus een gevaar, is de vraag hoe groot het risico is bij normale aanwending van het product.
Lees ook: Echa: glyfosaat niet kankerverwekkend
Groot commercieel belang
Monsanto en diens concurrenten, glyfosaat is niet meer gepatenteerd, hebben een groot commercieel belang. De wereldwijde marktwaarde van glyfosaat wordt geschat op $ 6,5 miljard. Roundup is met afstand het grootste merk in de onkruidbestrijding. Voor Monsanto is Roundup een ‘vlaggenschipproduct’; een product waarop het bedrijf leunt.
De transgene gewassen die Monsanto maakt, zijn in de meeste gevallen resistent gemaakt tegen Roundup. Het gaat dus niet alleen om de verkoop van Roundup zelf, waar relatief weinig marge op zit, maar ook om de lucratieve verkoop van transgene soja en mais. Met andere woorden: in belangrijke mate is het verdienmodel van Monsanto gebouwd op Roundup.
Verbazende mailwisselingen binnen Monsanto
Vorige week concludeerde het Europees Chemicaliën Agentschap (Echa) dat glyfosaat niet kankerverwekkend is, geen erfelijke eigenschappen verandert en evenmin effect heeft op vruchtbaarheid. De EU heeft de toelating van glyfosaat verlengd tot volgend jaar. Daarmee won Monsanto een slag, maar niet de oorlog. De schadeclaims in de VS worden doorgezet en dreigen linksom of rechtsom een pr-debacle van jewelste te worden voor de Amerikanen.
Of Roundup nu kankerverwekkend is of niet, de documenten die de Californische rechtbank in de openbaarheid hebben gebracht, lijken aan te tonen dat Monsanto creatief met de wetenschap omgaat. Van The New York Times of Washington Post tot financieel persbureau Bloomberg: de Amerikaanse media sprongen op de verbazende mailwisselingen binnen Monsanto.
Monsanto in de tegenaanval
Toen de IARC haar conclusies publiceerde, ging Monsanto in de tegenaanval. Op 19 februari 2015 schrijft toxicoloog William Heydens dat een tegenstudie met de namen Greim, Kier of Kirkland uit te brengen. “We zouden de kosten laag kunnen houden door het zelf te schrijven en dat zij slechts redigeren en bij wijze van spreken hun naam eronder zetten.”
Het is slechts een suggestie en uit de stukken blijkt niet dat de tactiek ook is toegepast. Maar Heydens roept zijn collega’s in herinnering dat dit de aanpak is geweest bij de studie “William Kroes & Monroe” in het jaar 2000. Weer een andere e-mail toont aan dat Monsanto leveranciers van hulpstoffen heeft gevraagd weg te laten dat de hulpstoffen kankerverwekkend zijn. In Californië moest anders een waarschuwing op het product komen.
Discussie niet goed voor imago Monsanto
De mails laten ook zien dat de Europese voedselveiligheidsautoriteit Efsa zich bij de toelating van glyfosaat deels heeft gebaseerd op data van de Glyphosate Task Force, een door Monsanto aangevoerd initiatief van de agrochemische industrie. Het expliciete doel van de voorzitter, Richard Garnett: het aanvallen van berichten over mogelijke risico’s van glyfosaat voor de gezondheid.
Ten slotte ontstaat uit de mails het beeld dat Jess Rowland van de Amerikaanse toezichthouder EPA erg toeschietelijk en amicaal communiceerde met Monsanto. Binnen de EPA bestond volgens de mails sowieso onenigheid over het eindoordeel over glyfosaat, al is discussie tussen wetenschappers volgens de organisatie zelf niet ongebruikelijk.
Voor Monsanto is het nieuws pr-technisch een ramp. Het lijkt wel onwaarschijnlijk dat de overname door Bayer door de openbaringen onder druk komt te staan.