Jan van Meer uit Breda kijkt met een goed gevoel terug op zijn voorjaarsteelt onder glas. De aardbeienteler oogstte tussen begin maart en eind juli van een doorteelt Inspire.
Tot 10 augustus plukte hij in de kas nog van de doordrager Arabella. “Bij Inspire hebben we in totaal zo’n 9,5 kilo per vierkante meter geoogst, bij Arabella net geen 8 kilo”, zegt hij op 19 augustus. “We hadden meer verwacht van Arabella. Het was – waarschijnlijk door het donkere voorjaar – echter lastig om voldoende strekking in het gewas te krijgen, waardoor er kilo’s verloren gingen.”
Aanvoerspreiding
De kwaliteit was bij beide rassen goed en vooral de prijsvorming was uitstekend, geeft Van Meer aan. “We hebben echt goede prijzen gekregen. Waarschijnlijk doordat er, vanwege het donkere voorjaar, in totaal minder aanvoer was. Daarbij kiezen steeds meer telers voor andere rassen en teeltwijzen dan de doorteelt Elsanta. Dit zorgt voor meer spreiding in de aanvoer, wat de prijsvorming naar mijn mening ten goede komt.”
Punt van zorg
Van Meer benadrukt dat goede prijzen ook hard nodig zijn, vanwege de fors gestegen loonkosten. Hij ging de afgelopen twee jaar ruim 30 procent meer betalen voor de inzet van arbeid. “Dat hakt er gigantisch in. Zeker in de kas- en stellingteelt, waar arbeid 35 tot 40 procent van de kostprijs bepaalt. Dit voorjaar konden we dat compenseren, door de goede prijs. Maar richting de toekomst ligt hier zonder meer een punt van zorg.”
Veelbelovend nieuw ras
Op dit moment is de teler onder meer bezig met de oogst van de stellingteelt onder Mini-Air-overkappingen. Hij plukt hier sinds eind april van twee verschillende doordragende rassen; Arabella en 11-2175, een nieuw ras van Plant Sciences. “Deze nieuwkomer – een ‘zusje’ van Arabella – doet het heel goed; ik verwacht dat we eind september uitkomen op een productie van 10 kilo per m2. Bij Arabella eindigen we waarschijnlijk zo’n twee kilo lager. Dat is dus een fors verschil. Om die reden gaan we volgend jaar in de hele stellingteelt over naar dit nieuwe ras. Ook omdat de kwaliteit heel goed is: de vorm is mooi en er is weinig tweede kwaliteit. Wel is deze nieuwkomer iets gevoeliger en zachter.”
Ziekten en plagen zijn nauwelijks een issue. Met de inzet van Serenade en Amylo-X-WG weet Van Meer meeldauw en vruchtrot goed onder de duim te houden. “En dat terwijl Arabella erg meeldauwgevoelig is. Dus wat dat betreft mogen we niet klagen.”
Tegenvallers in vollegrond
Toch zijn er ook tegenvallers. Zo loopt het in de vollegrondsteelt niet van een leien dakje. “We zijn onlangs gestopt met de oogst van Falco. In de bouwvak ging de prijs onderuit, ook hadden we vanaf de tweede helft juli minder personeel tot onze beschikking. Vorige week kregen we daarnaast nog eens te maken met flinke regenbuien, wat zorgde voor de nodige schade. Toen was de keuze snel gemaakt en besloten we te stoppen op dit perceel van 3,5 hectare.”
Als ik er kostenneutraal uit kom, ben ik al blij
Van Meer plukt nu buiten nog wel Malling Centenary. Ook dit ras liep flink wat waterschade op. “De helft van wat we nu plukken, gaat richting de industrie. Wanneer we dat hebben opgeschoond, kunnen we hopelijk nog een mooie oogst hebben. De weersverwachtingen zien er op dit moment goed uit en de prijzen zitten ook weer in de lift”, zegt hij op 19 augustus. “Desondanks wordt de vollegrondsteelt dit jaar geen topper. Als ik er kostenneutraal uit kom, ben ik al blij. Vanaf volgend jaar stoppen we ook met de teelt in de vollegrond; deze brengt te veel risico’s met zich mee.”
Dor blad
Inmiddels staan de planten voor de nieuwe doorteelt Inspire in de kas. De eerste planten werden op 6 augustus geplant, de laatste op 17 augustus. “Op die manier creëren we spreiding in de oogst, die medio september start. De planten uit de bewaring hadden wel dorre bladeren; gemiddeld één per plant. Dat is een tegenvaller, groen blad zorgt immers voor meer assimilaten. Daar ligt een aandachtspunt voor volgend seizoen; wellicht moeten we de planten sneller terugkoelen. Desondanks ben ik tot nu toe in zijn algemeenheid positief over het aardbeienjaar 2024. Maar helemaal vanzelf, nee, dat gaat het niet.”
Auteur: Ank van Lier