Poolse tuinders en boeren maken zich minder zorgen om verlies van inkomen dan om personeelskrapte tijdens en na de coronacrisis.
Uit een onderzoek door de Poolse Academie van Wetenschappen en het Instituut voor Rurale Ontwikkeling blijkt dat de Polen die zich het minste zorgen maken om hun inkomen, wonen in de grootste steden (met meer dan 500.000 inwoners) én in de dorpen op het platteland.
De boeren en tuinders in Polen zijn de beroepsgroep met de minste zorgen over de gevolgen van de coronacrisis voor hun inkomen. De productie van de Poolse land- en tuinbouw is redelijk normaal doorgegaan tijdens de crisis.
Minder arbeidsmigranten naar Polen
De voornaamste bottlenecks die de Polen zien zijn de droogte en een dreigend personeelstekort. Doordat de grenzen zijn dichtgegaan, zijn er veel minder arbeidsmigranten beschikbaar uit Oekraïne, Wit-Rusland en Aziatische landen. Dat wordt onvoldoende gecompenseerd door Poolse arbeidskrachten die door de coronacrisis in eigen land zijn gebleven in plaats van te gaan werken in andere EU-landen zoals Nederland en Duitsland.