Arbeidsmigranten mogen in eigen land langer een werkloosheidsuitkering genieten uit het land waar ze werkten. Dat maakt werken in een land als Nederland met een relatief hoger loon alleen maar aantrekkelijker.
Een meerderheid van de lidstaten van de Europese Unie is ermee akkoord gegaan dat arbeidsmigranten binnen de EU een WW-uitkering niet 3 maar 6 maanden naar hun eigen land mogen meenemen. Eerder deze week bleek dat de gehele Tweede Kamer, van links tot rechts, het hiermee oneens was. Maar binnen de EU vindt Nederland onvoldoende andere landen naast zich met datzelfde strenge standpunt.
Goed nieuws voor de tuinder
Toch goed nieuws voor tuinders en andere werkgevers van deze hardwerkende EU-burgers, die voor ons het seizoenswerk komen doen waar we anders geen mens voor zouden kunnen vinden. Dat ze hun WW-uitkering langer mee mogen nemen, maakt het harde werk dat ze in het groeiseizoen moeten doen in de asperges, aardbeien, tomaten en paprika’s toch weer net wat aantrekkelijker.
Stimuleren lokale economie
In zekere zin sponsort de Nederlandse staat de tuinder die de Pool na gedane arbeid ontslaat, waarna diezelfde Pool de rest van het jaar thuis met zijn eigen gezin goed van het verdiende loon en zijn evenzeer verdiende uitkering kan rondkomen. Met het geëxporteerde WW-geld stimuleren de teruggekeerde arbeidsmigranten dan ook weer een beetje de lokale economie. Wat dan weer een beetje compenseert dat de jonge en fitte arbeidskrachten het volgende tuinbouwseizoen weer uit eigen land wegtrekken. En dat ze niet in Nederland moeten blijven wonen, legt weer minder druk op de hier toch al krappe huisvestingsmarkt.
WW-export verbetert ons arbeidsklimaat
‘Ho ho, de staat sponsort de tuinder?’, hoor ik sommigen denken. Alsof de tuinder – en die Polen zelf – voor die WW niet een flinke premie moet afdragen. Dat is ook waar. Maar zeker in tijden van lage werkloosheid betalen nog veel meer Nederlandse werkgevers en werknemers per saldo een stuk meer aan de WW-pot dan dat ze er weer uit halen. De staat en de Nederlandse bevolking sponsoren dus wel degelijk dat nu nog ietsje aantrekkelijker arbeidsklimaat, waardoor er misschien toch weer iets meer EU-burgers naar de beter betalende landen in Noordwest-Europa zullen komen. Blij met dat werk waar wij onze neus voor ophalen. En blij met de WW waarmee zij hun kerstdiner kunnen bekostigen.
Wie heeft waar recht op?
Elke EU-burger die in Nederland over een periode van maximaal 9 maanden minstens 26 weken heeft gewerkt, heeft na ontslag recht op een Nederlandse WW-uitkering. Werkloos geraakte arbeidsmigranten kunnen vervolgens een zogeheten exportvergunning aanvragen om de periode van werkloosheid in eigen land te kunnen doorbrengen. Zo’n vergunning werd tot op heden voor maximaal 3 maanden afgegeven. Dat wordt nu maximaal 6 maanden.
Controle op het voldoen aan de sollicitatieplicht of op mogelijk zwart werken, komt in handen van ambtenaren ter plekke. Het sterke vermoeden heerst dat die controle minder intensief is dan bij ons. De prikkel voor de werkloze om ander werk aan te nemen tegen lager loon dan de hoogte van de Nederlandse uitkering is laag. De prikkel om in Nederland weer aan de slag te gaan, wordt echter niet minder. Er moet immers bijtijds weer arbeidsverleden worden opgebouwd voor een nieuwe WW-uitkering.