In Zuid-Oost Nederland werkt een consortium van bedrijven aan grote ketens voor een doorbraak van reststroomverwerking.
Een aantal telersverenigingen probeert sinds de warme zomer van 2018 concreet reststromen van hun telers anders, beter en sneller tot waarde te brengen. Dat jaar was veel aandacht voor snacktomaatjes met scheurtjes, pruimen die 3 millimeter te klein waren of grote hoeveelheden paprika’s die nét niet goed genoeg meer waren voor het retailkanaal.
Circulaire landbouw
Na die extreme zomer is de aandacht voor het onderwerp vanuit maatschappij en politiek een beetje weg gezakt. Dat is jammer, omdat minister Schouten ook opriep echt werk te maken van circulaire landbouw, zegt Pim Deuling, directeur-eigenaar van adviesbureau Bluehub.
Hij is betrokken is bij een ambitieus project voor reststroomverwaarding in de land- en tuinbouw in Zuidoost-Nederland. Drie telersverenigingen richtten daarvoor samen met LLTB en SIGN het Platform Tuinbouwreststromen op; Bluehub is samen met agrarisch adviesbureau Arvalis de uitvoeringsorganisatie.
Zo snel mogelijk opschalen
Een aantal telers wil op eigen kracht echt stappen zetten en iets doen met circulaire teelt. Er zijn volgens Deuling al legio kleinschalige projecten en pilots, maar het is de uitdaging om op korte termijn een impact te maken door op te schalen naar hele grote groepen telers. “Of het nu gaat om drijfveren als imago, license to produce of euro’s verdienen aan reststromen. Het allerbelangrijkste is dat je redeneert vanuit de aanbodkant en het initiatief ook legt bij telers.”
Lees verder onder de foto
U spreekt over oprichting van een platform, maar er zijn vast al concrete plannen?
“Telersverenigingen uit Zuidoost-Nederland zijn er al een tijdje mee bezig. Er lopen pilots met biogas en onderzoek naar welke bouwmaterialen je zou kunnen maken van paprikaloof. Er zijn projecten genoeg, maar het moet niet bij 1 teler blijven die wat loof naar een bouwmaterialenfabrikant brengt. We moeten naar 30 telers die de fabrikant in haar gehele vraag kan ontzorgen. Over 6 maanden kunnen we echt man en paard noemen. We zijn nu als platform echt een serieuze gesprekspartner voor partijen aan de vraagkant, omdat we massa aan de aanbodzijde hebben georganiseerd.”
Er is dus echt vraag naar product?
De vraag is soms juist heel groot. Kijk maar naar de papier- en kartonindustrie, of bio-energie. Hun behoeften kun je niet met een enkele teler oplossen. We zijn met meer dan 20 partijen in gesprek. Het eerste wat zo’n partij vraagt is: ‘Hoeveel heb je, wanneer kun je leveren en is de reststroom jaarrond beschikbaar?’ Daarvoor moet je de aanbodszijde organiseren. Ik kan een voorbeeld noemen. We zijn voor het onderzoek in opdracht van de telersverenigingen meerdere keren bij Wageningen Universiteit geweest. Daar was een onderzoeker met een proeffabriek. Hij vertelde dat hij in één dag alle tomatensteeltjes in Nederland van één jaar kon bewerken, maar wat moest hij de andere dagen van het jaar?”
Aan de andere kant is het dus niet zo dat verwerkers zelf de grondstoffen komen ophalen. Is het dan wel een interessant businessmodel?
“Telers zullen zelf moeten leveren. De fabrikant gaat niet 70 telers individueel benaderen. Daar moeten we als Platform Tuinbouwreststromen ook niet als ketenregissseur tussen gaan zitten; We bouwen ketens en overhandigen vervolgens de sleutels aan boeren en telers enerzijds en de vraagzijde anderzijds. Zij moeten er een succes van maken, wij helpen daar graag een handje bij.”
Hebben de telersverenigingen een actieve rol hierin?
“Ja, zij zijn aanjager, zij kennen hun telers en zij hebben het logistieke en administratieve systeem. Dat is nu gericht op het zoveel mogelijk ophalen van klasse 1 product en zo min mogelijk reststromen. Het Freshpark Venlo staat er ook al, dus dat is ook fijn. Daar komen stromen bijeen en kun je wellicht zelfs een voorbewerking van het materiaal faciliteren.”
Als u denkt op grote schaal, waarom dan niet ook de reststromen ophalen in West-Nederland of andere gebieden?
“In Nederland is het een kwestie van wie de eerste stap zet. Op verschillende plekken in Nederland zetten partijen prima stappen op het gebied van reststroomverwaarding, niet alleen in Zuidoost-Nederland. Ik zou niet weten waarom niet reststromen uit anderen tuinbouwgebieden ingebracht kunnen worden. Het zal ook afhangen van de logistieke kosten in het businessmodel. Nu zijn reststromen nog een kostenpost. Dat kan naar kostenneutraal verwerken en op termijn kan er geld mee verdiend worden. Let wel, door boeren en telers.”