Groenteplantenkwekerij Plantise stopt vanwege oplopende kosten, maar heeft een energiepositie tot 2025.
Dat blijkt uit het laatst verschenen jaarverslag over 2020-’21. Plantise maakte deze week bekend zijn activiteiten in Nederland af te bouwen door onvoldoende perspectief na kostenstijgingen. Het in 2018 gefuseerde uitgangsmateriaalbedrijf sloot 1 oktober het boekjaar 2021-’22 af, maar uit het laatst verschenen jaarverslag over 2020-’21 is het beeld al zichtbaar van oplopende kosten voor hulp- en grondstoffen. Die stegen van € 25,3 miljoen naar € 28,3 miljoen in 2020-’21. Dat jaar haalde Plantise overigens een groter deel van de omzet uit Nederland (€ 52,2 miljoen) dan het jaar ervoor (€ 45,0 miljoen), blijkt uit de cijfers.
Lees ook: Telers geven onzekerheid door aan plantenkwekers, Plantise stopt
De totale omzet bedroeg in boekjaar 2020-’21 circa € 68 miljoen (+ € 3 miljoen). Dat leidde tot een bedrijfsresultaat voor belastingen van -€ 1,7 miljoen, gecompenseerd door resultaat uit deelnemingen (Plantise Bioplant, Waterbedrijf Overbuurtsche Polder Bleiswijk en Perkgoed Partners).
Uit dat laatste jaarverslag blijkt dat Plantise in oktober 2020 een gaspositie vastlegde voor € 6,1 miljoen tot 2025. Die positie is meer waard geworden in het lopende boekjaar. Ook had de vennootschap inkoopverplichtingen die nu (1 oktober) zijn afgelopen voor zaad, steenwol en stekken ter waarde van € 1,7 miljoen. Verdere prijsstijgingen voor hulp- en grondstoffen lagen daarmee voor de deur, nog los van de personeelskosten.
€ 1,5 miljoen CO2-heffingen
Opvallend is dat Plantise in 2021 rekening hield met het betalen van ruim € 1,5 miljoen euro aan heffingen voor overschrijding van het plafond van het CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de jaren 2018 tot en met 2021. Over die heffing is later een akkoord gesloten tussen overheid en glastuinbouw en zal in het lopende boekjaar lager zijn ingeschat.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/