Doorgaan naar artikel

Plantgezondheid centraal thema open dag Proeftuin Randwijk

Op de Open Dag van Proeftuin Randwijk was het telen van appels en peren met minder gewasbeschermingsmiddelen één van de grote thema’s. Andere thema’s waren overkapt telen en de rassenkeuze. Qua mechanisatie was de Pluk-O-Trak met plukrobotarmen een grote blikvanger.

Veel aandacht was er op de Open Dag van Proeftuin Randwijk voor precisiefruitteelt. De laatste ervaringen met zaken als boomgericht spuiten of wortelsnoeien werden besproken. Een blikvanger was wel de laatste versie van de Pluk-O-Trak van Munckhof Fruit Tech Innovators. In de basis lijkt het nog sterk op de oogstmachine met de bekende plukbanden, zoals die al vijftig jaar bestaat. Maar de huidige, meest geavanceerde versie met M-Connect is helemaal ingericht voor de precisiefruitteelt. Een barcode op de voorraadkist wordt automatisch gescand. Daardoor is het mogelijk precies te weten waar en door wie de vruchten in de kist geplukt zijn. Een kastje met cameratechniek op de centrale band meet en registreert zaken als stuks, vruchtmaat en vruchtkleur. Dit soort gegevens kunnen als input dienen voor precisiefruitteelt.

Doorontwikkeling Pluk-O-Trak tot plukrobot

Munckhof is ook bezig met de doorontwikkeling van de Pluk-O-Trak tot plukrobot. Op het getoonde, maar nog niet gedemonstreerde, exemplaar waren ook een tweetal robotarmen te zien waarmee de Pluk-O-Trak zich als plukrobot lijkt te gaan ontwikkelen. Vorig jaar werd nog een robotarm van ABB getest en nu is het een robotarm van Universal Robotics. Munchkhof werkt er al enkele jaren aan en verwacht nog drie tot vijf jaar nodig te hebben om de plukrobot praktijkrijp te krijgen. Daarbij geldt wel de kanttekening dat als er meer budget zou zijn, dat ook sneller zou gaan.

Afbeelding Munckhof is ook bezig met de doorontwikkeling van de Pluk-O-Trak tot plukrobot. Op het getoonde exemplaar zaten twee robotarmen gemonteerd.

Het grote voordeel is dat als de robotarmen van een externe leverancier op de Pluk-O-Trak goed functioneren en de integratie met de plukmachine ook naar behoren werkt, er direct een heel interessante plukmachine staat. Dat in tegenstelling tot andere ontwikkelaars van plukrobots waarbij het afvoeren van vruchten tot in de kist nog in verdere ontwikkeling is. Ook is er dan nog geen wereldwijde verkooporganisatie, zoals bij Munckhof wel het geval is.

Teelt onder cabriokap

De teelt van appels onder de cabriokap op Proeftuin Randwijk leert dat het overkapt telen sinds de start in 2019 tot veel minder inzet van gewasbeschermingsmiddelen leidt. Als er regen op komst is, dan sluit de cabriokap automatisch, waardoor het gewas droog blijft. Bij verwachtte hagel wordt de kap handmatig gesloten. Overkapt krijgen lastige schimmelziekten zoals schurft en vruchtboomkanker, die nog relatief veel bespuitingen vragen, geen kans meer. Echter tegen meeldauw waren dit jaar nog wel een vijftal bespuitingen nodig om de schimmel onder de duim te houden. Bij de plagen was vooral de appelbloesemkever lastig, die werd met enkele bespuitingen gericht bestreden. Het eerder veelbelovende wegvangen van kevers met vallen van blindbuis bleek niet voldoende. Al met al blijkt overkapt telen een mooie besparing aan de inzet van chemische middelen op te leveren.

Vaste overkapping met zonnepanelen

Afbeelding In dit regenrijke jaar kwam onder zonnepanelen het hemelwater van de overkapping nog meer in het rijpad terecht.

Op een andere perceel met Conference-peren experimenteert Proeftuin Randwijk met een vaste overkapping waarin zonnepanelen verwerkt zijn. Dat levert naast droog telen en bescherming tegen hagel ook nog eens stroom op. Bij Conference en ook andere rassen zie je ook minder vruchtverruwing onder een overkapping. De objecten verschillen in de mate van de oppervlakte die door zonnecellen ingenomen wordt. Daar waar de meeste oppervlakte uit zonnecellen bestond, was er 50% lichtverlies. Dat leidde tot een productieverlies van 30%. Daar waar het lichtverlies 30% was, nam het productieverlies af tot 10%. De onderzoekers konden nog niet aangeven hoe groot de opbrengst aan stroom was, want de vorig jaar gebouwde overkapping levert pas sinds dit voorjaar daadwerkelijk stroom op. Het spanningsveld is natuurlijk of de opgewekte stroom het productieverlies goed kan maken.

In dit regenrijke jaar kwam één groot nadeel van de overkapping met deels zonnepanelen naar voren. Het hemelwater van de overkapping komt nog meer op het rijpad terecht, waardoor het sporen rijden een nog groter probleem was. In het perceel waren hele rijbanen van rubberen rijplaten voorzien om het perceel berijdbaar te houden. Bij de eerdere genoemde cabriokap speelt dat niet, want dit dure systeem is voorzien van goten en een bassin waarin het water opgevangen wordt.

In de bespreking van het perspectief van de overkapte teelt is duidelijk dat overkappen in belangrijke infectieperioden voor ziekten als schurft en meeldauw erg aantrekkelijk is. De huidige, erg dure overkappingssystemen, zoals bij de demo van de cabriokap en zonnepanelen, worden nog niet als economisch aantrekkelijk gezien. Het zijn vooral mooie systemen om ervaring op te doen met overkapt telen. De praktijk vraagt eigenlijk gewoon om goedkopere systemen die het gewas drooghouden.

Rassenkeuze

De inzet van minder fungiciden lijkt ook de ontwikkelingen van rassen te sturen. Veel al eerder geïntroduceerde rassen hebben Gala als één van de (voor)ouders. Deze rassen, zoals bijvoorbeeld Kanzi en Rubens, laten zien dat gevoeligheid voor vruchtboomkanker een groot probleem kan zijn. Vooral de angst voor meer vruchtboomkanker werd illustratief getoond bij een object in een appelperceel zonder bespuitingen met het nu nog veelgebruikte Captan. Zonder bespuitingen moest vijf keer zoveel vruchtboomkankeraantasting eruit geknipt worden dan waar Captan gespoten werd.

Waar eerder de sector vooral perspectief zag in schurftresistente rassen, ligt dat nu veel genuanceerder. Bij vele huidige schurftresistente rassen is de resistent gebaseerd op slechts één gen en wordt de resistentie al doorbroken. Ook zie je in de biologische teelt – waar deze monogene schurftresistente rassen wat meer geteeld worden en waar vaak vooral zwavel gespoten wordt – dat niet eerder optredende ziekten als regenvlekkenziekte en elsinoë voor nieuwe probleem zorgen.

Veel meer dan voorheen is er nu de wens voor robuustere rassen. Dergelijke rassen zijn niet volledig resistent, maar wel veel minder gevoelig. Deels zijn dit rassen die nu al in de praktijk staan, zoals Maribelle en Junami. Bij deze rassen geven schurft en vruchtboomkanker niet snel problemen. Met daarbij als kanttekening dat het succes ook afhangt van hoe goed het ras te commercialiseren valt, dit met het oog op het op zijn retour zijn van Junami in het achterhoofd.

Perenschurft bij Conference neemt toe

Afbeelding De problemen met schurft in peer, en dan met name bij het ras Conference, nemen snel toe.

De problemen met schurft in peer, en dan met name bij het ras Conference, nemen snel toe. Ooit stond Conference bekend als weinig gevoelig. Maar nu de perenteelt in Nederland vaak gepaard gaat met grote percelen Conference, lijkt de schurftschimmel zich aangepast te hebben aan dit ras. In de biologische teelt is schurft al langer een item maar ook in de gangbare teelt nemen de problemen toe.

Over appelschurft is veel bekend, maar over perenschurft veel minder. Er zijn vaak veel meer vragen dan antwoorden. Zo is takschurft, waarbij de schimmel scheuten aantast en er vlekken met sporulerende schurft in het voorjaar ontstaan, typisch iets voor peer. De onderzoekers zijn druk bezig om meer fundamentele kennis over perenschurft te vinden. Dat dient ook als input voor het ontwikkelen van een beslissingsondersteuningssysteem, zoals bij schurft en zwartvruchtrot al langer bestaat. De eerste ervaringen in de biologische teelt met het in ontwikkeling zijnde ondersteuningssysteem leert dat het met 30% aantasting in een nat jaar als 2024 nog niet succesvol is. Maar ook zonder ondersteuningssysteem lag de aantasting niet lager. Gelukkig zijn de peren voor een groot deel nog wel in bio verkoopbaar. Zo erg als bij biologische telers is het bij gangbare telers niet, maar met steeds minder beschikbare sterke middelen en meer afhankelijkheid van steeds meer biologische middelen dreigt dit wel. De wat nieuwere perenrassen als Xenia en Grafin Gepa laten juist veel minder schurft te zien, maar daarbij is wel de vraag of de schurftschimmel zich aanpast als deze rassen op heel grote schaal in de praktijk staan.

Eén van de adviseurs merkte in zijn toelichting bij een andere proef wel op dat we het ook moeten zoeken in teeltomstandigheden. Bij peren zijn we gewend om met veel bemesting en water de groei er goed in te houden en dat is juist voor ziekten als schurft niet gewenst.

Share this

Afbeelding
Wouter van Teeffelen

freelance redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin