Ton Moors in Wieringerwerf heeft 10 april de eerste ijsbergslaplanten in de grond gezet. “Ondanks de regen hebben we nagenoeg geen oponthoud gehad. De vroege percelen liggen aan de dijkvoet, dat is lichte grond en goed ontwaterd”, aldus Moors.
Moors plant met een Basrijs plantmachine, een schijfplanter met aanvoerbandje, met een bezetting van drie personen. “We hebben hier goede ervaringen mee, mijn personeel wil niet anders. De perspotjes moeten wel wat vochtig zijn; we houden de plantenkweker scherp.”
Blauw doek nog niet onderscheidend
Moors plant twee dagen per week, waarin hij twee hectare doet. De vroegste rassen, Welkin en Cherise, een nieuw ras van Bejo, zijn bedekt met standaard 19 grams wit vliesdoek, ter vergelijking heeft hij ook blauw vliesdoek gebruikt. “Het schijnt dat dit iets doet met de lichtintensiteit waardoor het makkelijker weggroeit. Maar op dit moment zie ik nog geen verschil, zelfs niet in dezelfde baan.” Op percelen die kwetsbaar zijn voor wind ligt ook klimaatdoek.
Goede groei
Over de groei is hij op 22 april niet ontevreden. “Ze zijn nu ongeveer zo groot als een tennisbal en in de tweede, derde week mei hoop ik te oogsten.” Het doek gaat er nog een keer af om te schoffelen en aan de stand van het gewas bepaalt hij of een snelwerkende stikstof in de vorm van Tropicote nodig is.
Toe aan zomerrassen
In week 16 begon hij met het planten van de zomerrassen: Liberkin, Eduardo en Ice Music. “Leonardo is een constante en vormt de basis. Maar als ik inloop op het schema heb ik er wat naast”, verklaart Moors de keuze. Het areaal wordt voor 80% voor het planten geploegd. Niet zo die diep als voorheen (28 cm) maar oppervlakkiger (20 cm). Dat is nu een trend, vindt Moors, de grond zo min mogelijk beroeren om bodemleven bovenin te houden. “Het klinkt logisch, maar op het oog zie ik geen verschil.” Moors ploegt boven over. “We rijden niet meer in de veur. Dat geeft verdichting van de ondergrond.” Tijdens het planten wordt N-xt 24S toegediend en KAS, zodat de planten snel voeding kunnen opnemen.
Cazarka ganzen
Over de plantingen van 22 en 25 april komt het gebruikelijk acryldoek, daarna gaat Moors over op klimaatnet. Onder het fijnmazig net is het klimaat net iets gunstiger en het voorkomt wildschade. In de Wieringermeer heeft Moors last van duiven, ganzen en eenden, de hazen vallen nog mee. Hij is er niet blij mee. “Vorig jaar had ik 20.000 euro schade. Ik heb er alles aan gedaan, maar die Cazarka ganzen zijn hardnekkig. Ik heb op 10 hectare 200 stuks linten gezet, rood-wit en later van die glinsterende. Drie knalapparaten geplaatst, een laser gebruikt en zelf nog rondjes gereden. Ze vliegen even op en komen direct weer terug.” Overigens is de schade nog steeds niet uitgekeerd, wat hem wel frustreert.
Bewaarteelt knolselderij
Tussen de bedrijven door rijdt Moors knolselderij van de koeling naar het verwerkingsbedrijf. “We laten ze wassen en klaarmaken bij Koedijk in Slootdorp, daarna gaan ze naar een handelaar. Het bewaren doen we zelf.” Moors teelt al negen jaar knolselderij voor de lange bewaring. In december of eerder moeten de knollen gerooid zijn; vóór de nattigheid en de vorst. Moors: “De kwaliteit moet goed zijn als ze de cel ingaan. We leveren uit tot begin juli.” Knolselderij groeit rustig over een lange periode, dus kun je volgens de teler veel sturen, in tegenstelling tot de teelt van ijsbergsla die in zes weken klaar is.
GLB brons
Omdat hij in een polder opereert met akkerbouwers en veehouders is hij goed op de hoogte van de nieuwe GLB-regeling. “Ik ben er niet blij mee. Mijn omzet moet uit de markt komen, niet uit subsidies. Daar wil ik niet afhankelijk van zijn. Wanneer anderen dat wel doen is voor groente- en bollentelers weer minder land beschikbaar.” Voor komend jaar heeft hij de registratie wel gedaan om in aanmerking te komen voor de basispremie. “Ik heb ook nog een stukje grond tussen het bouwland en het kanaal aan een niet oogstbaar gewas opgeofferd. Daarmee kom ik toch nog voor brons in aanmerking.”
Auteur Marga van der Meer