In Oostland, regio in het zuiden van de Randstad, is een wildstrook ingezaaid bij twee tomatenkassen voor inzicht in plaagdruk in de kas.
De pilot wordt op vier bedrijven uitgevoerd, waarvan twee tomatenbedrijven. Gerben Wesselink is buitengewoon hoogleraar biologische bestrijding in de glastuinbouw en onderzoeker entomologie. Hij is betrokken bij het vierjarig project van Wageningen University & Research.
De pilot moet duidelijk maken of biodiversiteit een lust of een last is voor plaagbestrijding in de kas. Het is niet zo dat tomatenbedrijven zijn gekozen vanwege de virus- en plaagdruk in die teelt.
Trekken vliegen toch de kas in?
Het onderzoek moet antwoord geven verschillende vragen. Als de biodiversiteit zo verbetert in Nederland na extra inzet, wat betekent dat dan voor de plaagbestrijding? Zal de populatie met natuurlijke vijanden groeien? Draagt die bij aan de plaagbestrijding in de kas? Als er rondom de kas een aantrekkelijk gewas staat voor trips of wantsen, in hoeverre vliegen die dan toch de kas in? Als de begroeiing afsterft, migreert de populatie van buiten dan massaal de kas in? Hoogleraar Wesselink erkent de risico’s, maar gebruikt de kennis over soorten en bloemenrassen om de gevaren voor teelten te minimaliseren.
Hypothese lijkt positief
Toch lijkt er winst te behalen voor telers. Er zijn studies die aantonen dat een grote diversiteit van natuurlijke vijanden bijdraagt aan het onderdrukken van plagen. Natuurlijke vijanden vullen elkaar aan, doordat ze verschillende stadia van een plaag bestrijden of omdat ze bij verschillende temperaturen actief zijn.