Om een beter beeld te krijgen van hoe gezond groente en fruit zijn, wordt onderzocht wat het effect is van verschillende soorten rauwe tomaten op het microbioom in de darm van de mens. Peter Keijzer is namens het Louis Bolk Instituut betrokken bij dit onderzoek. Een interview.
In hoeverre wordt het darmmicrobioom van de mens beïnvloed door het microbioom van groente en fruit? En welke invloed heeft het microbioom in de bodem waarop het gewas groeit daarbij? Dat zoeken drie onderzoeksorganisaties dit jaar uit via tomaten in een kunstmatig maagdarmmodel bij de Universiteit Maastricht, waarbij de bacteriën (microbiomen) van tomaten geteeld in de volle grond worden vergeleken met die van substraat.
Effect microbioom op de hersen-darm-as
Van die tomaten wordt het effect gemeten op het microbioom in de darm, en daarmee op de hersen-darm-as (de emotionele en cognitieve centra in de hersenen staan in verbinding met de darmen. De communicatie tussen hersenen en darmen en vice versa wordt de hersen-darm-as genoemd, red.) van de consument. Het darmbioom van de mens heeft een grote invloed op de gezondheid, en speelt een bepalende rol bij het optreden of juist voorkomen van allerlei ziekten. Als er een relatie te leggen blijkt tussen microbioom in de bodem, in het gewas en het geoogste product, en gezondheid bij de mens, kan dat grote gevolgen hebben voor de waarde van groente en fruit.
Peter Keijzer is namens het Louis Bolk Instituut betrokken bij dit onderzoek. Hij draagt zorg voor de praktische implementatie van de uitkomsten die hij genereert met stichting Bac2nature en Universiteit Maastricht.
In eerder literatuuronderzoek van het Louis Bolk Instituut was de relatie tussen bodem, gewas en humane gezondheid niet te leggen. Waarom zou het nu wel lukken?
“Klopt, dat leverde geen helder beeld op. Maar de wereld om ons heen gaat ervan uit dat er een direct verband is, en gevoelsmatig is het logisch. Maar tot nu toe is er geen overtuigend wetenschappelijk bewijs. We willen het stap-voor-stap afpellen. Mogelijke verschillen in microbioom in voedsel verdwijnen als je het bijvoorbeeld eerst ‘dood’ kookt. Vandaar deze eerste pilot waarin we tomaten gebruiken, omdat je die doorgaans rauw eet. Als je na het opeten nog verschillen vindt in het darmbioom, weet je dat je hier een mogelijke verklaring kan vinden. En dus waar je verder moet gaan zoeken.”
Waarom wordt er geloofd in zo’n verband tussen plantengroei en gezond product?
“Mensen die opgroeien op een boerderij hebben een ander microbioom dan mensen die in de stad worden grootgebracht. Maar hoe komt dat? Is het de grond waarop voeding wordt geproduceerd, of heeft het ermee te maken dat op het platteland vaker vers wordt gegeten en in de stad meer bewerkt voedsel lonkt? Ongetwijfeld speelt ook leefstijl een rol, het is complex. Ook omdat mensen geen labmuizen zijn, je kan geen strak gecontroleerd voedingsexperiment doen, er speelt altijd van alles doorheen. Tegelijk zie je wel dat bijvoorbeeld boeren die heel bewust met een gezonde bodem bezig zijn, zelf ook best gezond zijn.”
Hoeveel budget is er voor het onderzoek?
“We krijgen steun van de Zweedse stichting Ekhaga, die al jarenlang projecten in heel Europa subsidieert die duurzaamheid, gezondheid en toegankelijkheid stimuleren. We hebben een budget van € 100.000 en daar kunnen we een jaar mee vooruit. Het microbioom staat sowieso volop in de aandacht en kennis erover is voor meerdere partijen interessant. We willen meer te weten komen over de relatie tussen gezondheid en landbouw. Daarmee kun je zowel de landbouw sturen richting nóg gezonder voedsel als aan de voedingskant gerichter kiezen, wat meer bijdraagt aan jouw gezondheid.”
Waarom gebruiken jullie tomaten voor het onderzoek?
“Tomaat is een relatief makkelijk gewas, omdat het een product is dat we ook rauw eten. Hierna zou je ook kunnen denken aan sla of worteltjes. Maar eerst dus tomaat, omdat dat aansluit bij eerder onderzoek. Die stoppen we in het darm-model bij Universiteit Maastricht, zowel bij gangbaar op substraat als biologisch in de vollegrond geteelde tomaten. Tomaten zijn al gezond, door onder andere vezels en lycopeen. Kunnen ze nog gezonder? Wellicht wel, als bijvoorbeeld een tomaat van biologische grond een rijker, diverser microbioom heeft en dat ook het darmmicrobioom kan beïnvloeden. Daarmee kan het gezonder zijn voor de consument, die daar dan bewust voor kan kiezen. Misschien vinden we geen verschillen in microbioom in de verschillende tomaten, en misschien vinden we geen verschillen in het darmmicrobioom. Daarvoor doe je nou juist onderzoek. We moeten dus oppassen voor snelle conclusies en marketingvoordelen naar aanleiding van dit onderzoek. Dit is pas een eerste stap in het afpellen van een complex probleem.”
Wat betekent het als het bewijs wel wordt verkregen dat je gezondere producten kan telen van bepaalde bodems?
“Vooropgesteld: iedereen moet zelf weten wat hij eet, we leven in een vrij land. Maar kennis kan wel een bepaalde keuze stimuleren. Ik denk dat we daarop moeten inzetten: motivatie. Als biologisch gezonder is, kan het huidige marktaandeel van zo’n 5% best stijgen door zulke uitkomsten. En dat is nodig, want de EU zet in op forse groei van het biologische areaal, maar dan moet er wel marktvraag zijn. Maar eerst moeten we weten of er verschil is. Uit een Oostenrijkse studie blijken de pitjes in bio-appels een heel ander microbioom te hebben dan de pitjes van gangbare appels. Op zich zeg je dan natuurlijk: wie eet er nou de pitten van appels? Maar zo’n uitkomst geeft toch leuke haakjes om op voort te borduren, want het zegt wel wat over een product.”
Wat betekent dit voor de voedingsmiddelenindustrie?
“Als je wilt claimen dat iets gezond(er) is, moet je daar keihard bewijs voor hebben. Wij kijken met een open blik of hier mogelijkheden zijn om aannemelijk te maken dat gezondheid te beïnvloeden is. En zo ja, hoe. Dat kan zeker grote gevolgen hebben. Inzicht geeft het hoe dan ook. Wellicht rolt er uit dat er meer rauw moet worden gegeten. Mensen eten sowieso veel te weinig groente. Alles waarmee die consumptie wordt opgekrikt, is mooi meegenomen. Een praktisch haalbaar advies voor teelt en voeding is ons doel.”
Is dit een wapen in de strijd tegen bewerkte voeding?
“Dat is een vervolgvraag. Hoeveel van ons voedsel eten we rauw? Als je dat inventariseert dan blijkt dat best weinig te zijn. Alles wat je kookt, bakt of stoomt, verliest microbioom. Blijft het microbioom intact als je groente gaat bewerken, zoals wassen en snijden voor rauwkost? En als je schilt, wat haal je er dan af? Die praktische vertaalslag maken we straks als we een analyse kunnen maken van de bevindingen uit deze pilot en het vervolgonderzoek. Hoeveel gram tomaten, en op welke manier geteeld, moeten we eten voor een positief effect op ons microbioom. En welke invloed hebben andere factoren – wat eet en drink je nog meer – erop? Ik ben benieuwd of we uiteindelijk concrete stappen kunnen maken richting humane consumptie, eetgedrag en gezondheid van consumenten. En verdienmodellen voor telers en ketenpartijen.”