In Italië is Abate Fetel in de perenteelt een hoofdras. In Nederland wordt het tot op heden nauwelijks geteeld. Toch zien de initiatiefnemers van Telersvereniging Abate, Mark van den Oever en Jan van Os, kansen. Het ras wordt in Duitsland veel beter betaald dan Conference.
Jan van Os teelt in Papendrecht voor het zesde seizoen succesvol op 0,6 hectare het perenras Abate Fetel. Van Os zag dit als proef, want hij wist dat Abate Fetel in Nederland een moeilijk te telen ras is. Toch is hij na zes seizoenen positief over de teelt die veel beter loopt dan critici voorspelden. Hij wist van een als laagproductief bekend staand ras een vergelijkbare gemiddelde productie te realiseren als bij Conference. Veel meer dan de 30 à 35 ton per hectare die ze in Italië meestal halen. Wel moest hij dit seizoen ook met 35 ton genoegen nemen, maar vorig seizoen was dat 75 ton.
Lastige teelt, goede prijzen
Abate Fetel staat, ondanks een zware bloei, bekend om regelmatig een slechte vruchtzetting en tegenvallende rui. Daardoor kunnen de producties zwaar tegenvallen. Het ras lijkt daarmee veel op Doyenné de Comice. Toch pluk je bij een wat tegenvallende vruchtdracht met beduidend minder peren per boom veel meer kilo’s dan je vroeg in het seizoen zou verwachten. Het zijn namelijk lange dikke, zware peren met de hoofdmaat boven 65 mm. Het ras is veel minder dunbehoeftig en de plukprestatie ligt beduidend hoger dan bij Conference.
Wat betreft ziekten en plagen ziet Van Os geen grotere problemen dan bij Conference. Wel is het ras gevoeliger voor Pseudomonas dat onder natte omstandigheden bloesemsterfte geeft. Daarom beregent hij het ras niet meer tegen nachtvorst. Omdat het perceel tussen beregende percelen in ligt, geeft dat geen nachtvorstschade, ook al bloeit het ras vroeger dan Conference.
Wat betreft de afzet is Van Os positief. De eerste jaren verkocht hij ze in de eigen winkel als onbekende peer. Afgelopen seizoen verkocht hij ook aan een Italiaanse handelaar via zijn eigen handelsbedrijf voor een uitstekende prijs van rond € 1,20 euro per kilo, ongesorteerd na bewaring. De handelaar was tevreden over de kwaliteit, hij vond ze wel ruwer dan normaal. Van Os opperde het idee om als verruwing echt gaat spelen te gaan overkappen. Overkappen en droog telen geeft veel minder verruwing.
Ruim 20 hectare aanplant
Fruitteler Mark van den Oever, bekend als voorman van Farmers Defence Force, gaat in de komende jaren ruim 20 hectare Abate Fetel planten. Hij ziet het pluktijdstip van enige weken na Conference als groot voordeel. Hierdoor valt de pluk buiten de piek van Conference en Elstar. Net als Van Os plant hij de bomen in een V-haag, met viertakkers en rechtstreeks op kwee Eline. Een V-haag geeft een rustigere groei. Dat is een voordeel voor een moeilijker dragend ras. Kwee Eline kan beter tegen wintervorst en geeft altijd gladdere vruchten dan andere kwee-onderstammen. Of een tussenstamboom niet geschikter is, is een discussiepunt.
Van den Oever ziet in Nederland bij een goede aanpak binnen een aantal jaar zeker 1.000 hectare Abate Fetel komen. Hij pleitte voor een collectieve afzet van het ras en introduceerde daarvoor samen met Van Os het merk AbateNL. Als het in de afzet ieder voor zich wordt dan voorzien ze grote problemen. Potentiële telers kregen de oproep lid te worden van Telersvereniging Abate (TVA). Van den Oever benadrukte dat het geen club wordt van dure managers en strikte teeltvoorschriften met een grote organisatie en hoge overheadskosten. Hij heeft zich duidelijk laten inspireren door zijn telersvereniging Xenia, waarin telers meer macht hebben. Ook telers uit België en Duitsland mogen lid worden. Het grote voordeel is dat de markt niet ontwikkeld hoeft te worden, want de vraag is er al.
Plantmateriaal
Wat betreft plantmateriaal mogen leden zelf hun boomkweker bepalen. De prijs van de bomen is niet hoger door dure licenties of extra kosten vanuit de club. Leden van de TVA betalen wel als startkapitaal € 2.000 per hectare, waarbij 3 hectare planten als minimum geldt. Latere instappers gaan meer startkapitaal betalen. Met rond de 3.000 bomen per hectare is het bedrag om te mogen planten beduidend lager dan wat clubrassen normaal aan extra kosten bovenop een boom rekenen. Een probleem is wel de beperkte hoeveelheid aan ent- en oculatiehout. De vermeerderingstuinen Nederland heeft er weinig van staan en er is weinig gecertificeerd enthout. Ook het enthout uit de boomgaard van Van Os is beperkt beschikbaar. Italiaanse perenbomen planten doen ze liever niet.
Problemen in Italië
Fruit Consult-adviseur Willem Kalle gaat in op de teeltervaringen in met name Italië. Ook op moderne perenbedrijven in de Italiaanse Povlakte is Abate Fetel een ras met problemen. Veel hoger dan 30 tot 35 ton per hectare halen goede telers niet. De Italiaanse perenteelt loopt terug door grote problemen met tegenvallende producties, zwartvruchthout, ijzergebrek, perenbladvlo en onvoldoende gietwater. Het ras is ook gevoelig voor pear decline en/of onverenigbaarheid. Hierdoor groeien bomen minder, gaan ze kwarren en sterven ze zelfs af.
Verder speelt vaker een onregelmatige aanplant doordat een deel van de bomen minder groeien of zelfs doodgaan. Als een deel van de bomen niet goed groeit, dan valt zelfs bij een goede dracht van de betere bomen de productie van een perceel tegen. Dat zorgt voor een hogere kostprijs. Kalle verwacht dat goede Nederlandse telers in staat moeten zijn om 40 tot 45 ton te halen met de inzet van groeiregulatoren, een goede groeibalans en ijzerbemesting.
Handel nog kritisch op telersvereniging
Onder handelaren heerst optimisme over de afzetkansen van Nederlandse Abate Fetel in Duitsland. Het ras is daar een premiumproduct dat tegen hoge prijzen zijn weg vindt. Met een teruglopend Italiaans areaal en tegenvallende producties is er gebrek aan aanbod. Gerrit Jan Kornet van Greenyard hield de telers een spiegel voor. “Bij goede kwaliteit is er zeker vraag uit Duitsland. Duitsers kennen Abate Fetel en hebben voorkeur voor een knapperige peer. Of we in Nederland in staat zijn om Abate Fetel te leveren die aan de Duitse eisen voldoet, is nog niet bewezen.” Er klonk ook een kritische noot op de noodzaak van een telersvereniging om hoge prijzen te realiseren. Een eigen merk, speciaal logo en eigen verpakkingen zijn volgens Kornet niet nodig. Bij een aanbod van goede Nederlandse Abate Fetel blijft de vraag zo groot dat hoge prijzen te verwachten blijven.