“Alle bomen leven nog.”
“De bomen zien er nu beter uit dan een maand geleden”, vertelt Bastiaan de Jong uit Tienhoven over de schade die de strenge vorst in februari toebracht aan zijn perenbomen. “De onderstammen zijn nog wel bruin, maar de verkleuring is iets bijgetrokken en nu stabiel. Alle bomen leven ook nog en lopen tot nu toe goed uit. Maar het kan zomaar gebeuren dat een aantal volgend jaar toch nog het loodje legt”, nuanceert de teler.
Om dat te voorkomen doet hij er alles aan om de bomen zo goed mogelijk op te peppen, zoals hij het uitdrukt. “Alle onderstammen hebben we opnieuw aangeaard om de vorming van nieuwe wortels te stimuleren. Verder passen we straks het hele scala aan bladmeststoffen toe. Bij de ontwikkeling van het blad in het voorjaar zijn dat vooral spoorelementen en de plantversterker kalifosfiet. Later in de zomer geven we met de bespuitingen ook ijzer mee. Dat dienen we ook toe op de boomstrook. De verbinding tussen de ondergrondse en bovengrondse delen is immers verstoord, zodat je voor het optimale effect zowel het blad als de wortels moet bedienen.”
Na de wintervorst in februari kwam de eerste nachtvorst in het eerste weekend van april ook ongelegen. “Op het perceel langs de A15 in Vuren hebben de jonge bomen nog geen gemengde knoppen. Op het perceel in Zeeland is het ook pittig koud geweest. Dat geeft op de stukken die goed in de knop zitten niet zoveel. Maar die worden ook afgewisseld met dunnere bomen, waar je ook alle bloemen nodig hebt. Over het algemeen valt de knopbezetting toch tegen.”
“Qua gewasbescherming is het rustig in deze periode. De perenbladvlo is geen probleem en met het droge weer tot nu toe geldt dat ook voor schurft. Maar ik blijf de bomen wel preventief behandelen tegen deze schimmel. Beter nu een keer te vaak behandelen dan dat je van de zomer veel moet rijden omdat je in het voorjaar een gaatje hebt laten vallen.”
Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Anton Oostveen