Doorgaan naar artikel

‘PBL te somber over middelen in oppervlaktewater’

Het PBL stuurt de media met te sombere metingen van middelen in het oppervlaktewater het bos in. Dat stelt Agrifacts.

Stichting Agrifacts stelt zich een evenwichtiger beeld van de land- en tuinbouw in de de publieke opinie ten doel. Ze controleert daartoe de feiten in publicaties van overheid en media. Een van de overheidsorganen die al meermaals onder de loep is gelegd is het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Het PBL ontving eind vorige week een brief op poten van Agrifacts. Daarin meldde de stichting dat ze na bestudering van het in juli uitgekomen rapport ‘Geïntegreerde Gewasbescherming nader beschouwd’ tot een geheel andere conclusie is gekomen dan het PBL.

Wel degelijk het doel gehaald

Het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het Nederlands oppervlaktewater is volgens Agrifacts wel degelijk met 50% gedaald. En daarmee is dus wel voldaan aan de tussendoelstelling die overheid en agrarisch bedrijfsleven hebben afgesproken in de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst, anders dan wat het PBL in de tussenevaluatie en in het nieuwsbericht daarover liet weten.

Afbeelding: Bestrijdingsmiddelenatlas.nl

Afbeelding: Bestrijdingsmiddelenatlas.nl

Waar gemeten?

In de samenvatting vooraan in het rapport schrijft het PBL: “In 2017 is het aantal gemeten overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen voor de Kaderrichtlijn Water met 15% afgenomen ten opzichte van 2013. De tussendoelstelling van de nota (50% minder normoverschrijdingen) was in 2017 nog niet gehaald.” Het verschil tussen de 50%, die Agrifacts graag benadrukt had gezien in de communicatie naar publiek en media, en de 15% die PBL presenteerde, zit hem in de meetpunten die zijn gebruikt. De Nederlandse waterkwaliteitsbeheerders meten het voorkomen van gewasbeschermingsmiddelen op 600 plaatsen in het land. En over al die 600 punten is een reductie van normoverschrijdingen met 50% te zien.

Door er niet expliciet bij te zeggen dat dat tegenvallende resultaat alleen in de meest intensieve tuinbouwgebieden is gemeten, stuurt het PBL de perceptie bij politiek en burger, zo stelt Agrifacts

Meten middenin agrarisch gebied

Maar om meer in te kunnen zoomen op de verschillende deelsectoren van de land- en tuinbouw is er ook het Landelijk Meetnet Gewasbescherming. Dat zijn 96 meetpunten die zich bevinden midden in de belangrijkste tuinbouwgebieden. En op die meetpunten valt de reductie van normoverschrijdingen nog wat tegen: 15%. Door er niet expliciet bij te zeggen dat dat tegenvallende resultaat alleen in de meest intensieve tuinbouwgebieden is gemeten, stuurt het PBL de perceptie bij politiek en burger, zo stelt Agrifacts. Diverse media immers nemen zonder het hele rapport door te spitten de volgens Agrifacts te sombere conclusies van het PBL over.

Hoogheemraadschap Delfland meet de waterkwaliteit in het Westland onder meer met onderwaterdrones. - Foto: Gerard Boonekamp

Hoogheemraadschap Delfland meet de waterkwaliteit in het Westland onder meer met onderwaterdrones. – Foto: Gerard Boonekamp

Achteraf extra hoofdstuk

In reactie stuurde het PBL op 19 augustus een extra hoofdstuk toe, waarin de meetsystematiek staat beschreven. Dat had toch beter meteen als bijlage in het rapport moeten staan, vindt Agrifacts. Maar feit is dat de stichting ook zonder dat extra hoofdstuk uit het rapport al kon distilleren dat er dat verschil is tussen die 600 en die 96 meetpunten.

Vanuit signalerende rol niet onredelijk

Dat er extra gewicht wordt toegekend aan de metingen in de gebieden waar de meeste tuinders en boeren zitten, lijkt me vanuit de signalerende en adviserende rol van het PBL niet onredelijk. Het Westland en de Betuwe, om maar 2 gebieden te noemen, zijn de plekken waar het gebeurt. Dáár kun je meters maken als het gaat om minder vervuiling van het oppervlaktewater.

De sectoren zetten al wat vraagtekens bij de somberte van het PBL. Vanuit hún rol ook zeer begrijpelijk

Hte gaat sowieso de goede kant op

Het goede nieuws is: daar wordt de norm ook minder vaak overschreden. Het gaat dus sowieso de goede kant op. De sectoren zetten al wat vraagtekens bij de somberte van het PBL. Vanuit hún rol ook zeer begrijpelijk. Of straks alle Nederlandse boeren en tuinders in 2023 de afgesproken doelen inderdaad wel degelijk hebben gehaaald, dat zal dán moeten blijken. Wat we daarbij sowieso níét kunnen gebruiken is onduidelijkheid over wat we nou precies aan het meten zijn en waar. Maar misschien nog wel fnuikender is het zaaien van wantrouwen jegens de integriteit van Nederlandse overheidsorganen.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin