Groene waterstof is in 2030 zo schaars dat productie van lagetemperatuurwarmte niet voor de hand ligt.
Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) over gebruik van waterstof in de glastuinbouw. Ook op de lange termijn zal de inzet van groene waterstof een hogere toegevoegde waarde hebben in de industrie, transportsector en gebouwde omgeving.
MEI-regeling
De verwachting over het gebruik van waterstof in Nederland is onderdeel van een afweging van plannen uit het Klimaatfonds. Het PBL maakte een doorrekening van die plannen. Aanvankelijk zat daar een budgetclaim in van € 55 miljoen voor de regeling Marktintroductie energie-innovaties (MEI). De MEI-regeling zou dan onder meer worden ingezet om innovatieve CO2-vrije warmte in te zetten in de glastuinbouw. Het gebruik van waterstof in warmtekrachtkoppelingen en het gebruik van restwarmte in elektrolysers (bij productie van waterstof) zijn daar verschillende toepassingen van, met verschillende slagingskansen. De MEI-regeling stimuleert pilotprojecten die horen bij het programma Kas als Energiebron.
Naar 2024
De ministeries van Economische Zaken en Financiën willen een besluit over extra inzet van de MEI-regeling uit het Klimaatfonds naar 2024 tillen, vanwege ‘de grote hoeveelheid andere innovatieve opschaalbare technieken’. Toch verwacht het PBL dat innovaties uit de MEI-regeling een CO2-emissiereductie zullen opleveren. Dat is afhankelijk van welke innovaties precies worden uitgevoerd door deze regeling, schrijft het PBL.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/