Een prettige groene omgeving, waar het ziekteverzuim niet voor niets lager is dan in veel andere sectoren. Producten die bijdragen aan gezondheid en waar nog veel meer mee kan. De tuinbouw heeft de maatschappij veel te bieden. Dat mag zij best nog zichtbaarder maken, vindt Peter Oei.
De glastuinbouw staat midden in de samenleving. Soms lijkt dat vooral een moeizaam moeten bevechten van een plekje binnen een bedreigende omgeving, die steeds meer maatschappelijke druk legt op de manier van produceren, met allerlei beperkingen en eisen. Maar de tuinbouw mag en kan juist een belangrijke inspirerende en positieve bijdrage bieden binnen die samenleving. Peter Oei van Stichting Innovatie Glastuinbouw Nederland (SIGN): “Als glastuinbouwsector mogen we best nóg trotser zijn op wat wij te bieden hebben. Want wat is er nu mooier dan een sector die groen, geluk en gezondheid produceert?”
Andere partijen moeten opschalen
Om die unieke bijdrage naar buiten goed zichtbaar te maken, blijft echter lastig. “Zo hebben we met vijftig huisartsen het belang van gezonde voeding gepromoot, zodat ze de waarde van groente en fruit eten ook doorgeven aan de mensen die hen bezoeken. Maar de capaciteit van SIGN is beperkt. Het opschalen moeten andere partijen doen, in dit geval de stichting Voeding Leeft.”
Oei merkt dat er best waardering voor de tuinbouwsector is, al wordt dat door telers niet altijd zo ervaren. “Bijvoorbeeld als je ziet hoe snel er door de overheid geld beschikbaar werd gesteld als steun toen er door corona niet meer aan de horeca geleverd kon worden. Er is echt wel draagvlak voor onze sector. Dat kunnen we nog verder uitbreiden.”
Airbus-project
Soms is het nuttig om binnen de maatschappij de innovatieve positie en bijdrage van de glastuinbouw op een opvallende manier zichtbaar te maken, met bijzondere en inspirerende projecten. Ook al staat dit verder af van de primaire productie. Zo is er een typisch SIGN-project waarbij samenwerking is gezocht met de luchtvaartindustrie. Airbus gaat toepassingen van biobased tuinbouwreststromen mee ontwikkelen, om die te kunnen verwerken in hoogwaardige vliegtuigonderdelen, die passen binnen de circulaire economie. Oei: “We kunnen veel meer uit onze planten halen, letterlijk, dan we vaak denken. Er zijn veel hoogwaardiger toepassingen dan alles maar op de composthoop te gooien.”
Paprikanoesten
In het Airbus-project worden paprikaknoesten uit tuinbouwreststromen stevig aan elkaar gehecht door mycelium van de gesteelde lakzwam. Dit hoogwaardige composiet neemt elke gewenste vorm aan in een mal, en vormt een sterk, brandwerend en lichtgewicht materiaal voor vliegtuigstoelen en scheidingswanden. De productie kost weinig energie.
De inspirerende invloed vanuit de glastuinbouw heeft ook al doorgewerkt vanuit eerdere SIGN-projecten
Levensgrote legoblokken
SIGN schreef verder een challenge uit voor een betaalbaar bouwsysteem voor het entreegebouw van de Floriade. De winnende partij, BB Block, produceert een soort levensgrote legoblokken, die voor 75% uit gehakselde paprikastengels bestaan als isolatie. De inspirerende invloed vanuit de glastuinbouw heeft ook al doorgewerkt vanuit eerdere SIGN-projecten. “Er zijn architecten die ons gedachtegoed van het programma Bouwen met groen en glas hebben opgepakt en doorgetrokken. Zo kreeg architectenbureau Mei veel lof voor het biobased gebouw Sawa, dat het op dit moment in Rotterdam realiseert.”
‘Peat-free’
Naast bovenstaande voorbeelden zijn ook allerlei nieuwe ideeën te bedenken om op tuinbouwbedrijven zelf toe te passen. “Zo willen de waterschappen hun schone baggerslib circulair gaan inzetten. Dat kan een vervanger zijn voor substraten die we nu nog importeren. In afzetlanden als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland is het een pré als je ‘peat-free’ kunt leveren.”
Hergebruik van substraat kan een wezenlijke impact hebben op de footprint van de geproduceerde voedselproducten. Ook andere afvalstromen zijn aan te pakken. “Soms kun je dat alleen, maar vaak heb je de hele keten daarbij nodig. En dat is een hele kluif. Zo kun je als individueel bedrijf wel biobased plastics als verpakkingsmateriaal gaan gebruiken, maar als dat vervolgens via de consument in het reguliere plasticafval terecht komt, dan verslechtert dat alleen maar de recyclebaarheid van dat plastic. Waardoor je een resultaat bereikt dat tegengesteld is aan het beoogde doel.”
Lokale kansen
Lokale kansen zijn er ook. “Onderzoek of er lokale mogelijkheden zijn om slimme combinaties en verbindingen te zoeken met andere sectoren. Zo is er een orchideeënkweker die wil samenwerken met een bedrijf dat bloemenemmers produceert. Dat levert zóveel warmte op, dat hij geen gas meer hoeft te verbranden voor zijn kas. Een ander voorbeeld is een biologisch teeltbedrijf dat met een biomeiler aan de slag wil gaan. Daarbij kan het zowel CO2 als warmte oogsten uit composterende biomassa. Warmte en CO2 krijg je trouwens ook als je een lokale bierbrouwerij een plek biedt. Dit type projecten vereist wel planologische medewerking van lokale overheden.”
Mogelijkheden op het gebied van arbeid
Als teler of als sector innovatief en inspirerend bezig zijn, is niet alleen verbonden aan fysieke producten die verbonden zijn met de teelt. Oei ziet ook op het gebied van arbeid mogelijkheden. “Kijk daarbij niet alleen naar automatisering en machines. Blijf goed naar de menselijke kant kijken. Hoe creëer je zinvol werk, hoe geef je vorm aan de besluitvorming, en hoe laat je mensen met potentie daarin ontwikkelen. Zo zijn er bedrijven die verantwoordelijkheden en besluitvorming rond personeelaanname zo laag mogelijk in hun organisatie beleggen. Dan kiest een team zelf een oplossing of afspraak die ze het beste vinden passen. Dat geeft meer plezier en betrokkenheid bij het personeel, omdat ze kunnen meebepalen wat er op het bedrijf gebeurt. En als je als teler of telersgroep toch goede betaalbare woningen gaat bouwen voor je seizoenskrachten, waarom zet je dan niet wat extra woningen neer voor jongeren of starters op de woningmarkt. Stap naar je gemeente, en biedt ze aan dat je, naast huisvesting voor arbeidsmigranten, ook betaalbare en prettige woonruimte beschikbaar kunt stellen aan die doelgroep. Dan laat je extra zichtbaar zien dat je als tuinbouwsector een welkome nuttige bijdrage levert aan relevante maatschappelijke problemen. De Omgevingsvisie in de nieuwe Omgevingswet biedt daarvoor meer mogelijkheden. En als je dan toch gaat bouwen: zet er dan units van 75% paprikastengels neer.”