De coronacrisis versnelt ontwikkelingen in de tuinbouw en vergroot onzekerheid voor tuinders. Een voor de tuinbouw nieuw type onderzoek naar negatieve toekomstscenario’s kan zekerheid opleveren. Een dubbelinterview met Judith Schueler, directeur van het samenwerkingsverband ACCEZ en coördinator van het scenario-onderzoek, en Jan Westra, business developer van techniekbedrijf Priva.
De tuinbouwcrisis, Ehec-crisis, Russische boycot, coronacrisis, toenemende virusdruk in de teelten: onzekerheden stapelen zich op in de tuinbouw. Bedrijven blijken kwetsbaar. Niet gek dat de roep van de sector klinkt om meer van die kwetsbaarheden in kaart te brengen. Robuust worden, is het streven. Bij volgende onvoorziene ontwikkelingen willen bedrijven beter zijn voorbereid en anticiperen.
Dit nieuwe scenario-onderzoek komt uit de koker van de crisisorganisatie Coronacrisis Tuinbouw. Alle betrokken tuinbouworganisaties in Greenports Nederland (waar de crisisorganisatie onder valt) kijken uit naar dit fundamentele scenario-onderzoek.
Judith Schueler, directeur van het samenwerkingsverband ACCEZ, coördineert het onderzoek met een team van strategisch geschoolde mensen uit het tuinbouwcluster zelf. Eén daarvan is Jan Westra, business developer van techniekbedrijf Priva. Door de coronacrisis kan hij niet reizen voor Priva, dus is hij benaderd voor deze ‘leuke klus’, zegt hij.
Nieuwe vorm onderzoek
Het interviewgesprek met beiden, via videoverbinding, moet eerst onduidelijkheden wegnemen bij de interviewer. Nee, dit is geen duurzaamheidsonderzoek en het richt zich ook niet alleen op teelt, maar op de hele tuinbouw. Ook gaat de werkgroep niet de toekomst van de tuinbouw voorspellen, of vertellen waar het heen moet, zoals het McKinsey-rapport deed in 2015 over de afzet in glasgroenten. Schueler en haar mensen gaan in samenwerking met tuinbouwondernemers scenario’s uitwerken voor de tuinbouw. De sector kan daaruit zelf de lessen trekken om beslissingen te nemen over de toekomst van bedrijven.
Buiten de tuinbouw heeft dit type onderzoek zich al bewezen. Shell is in Nederland één van de bekendste voorbeelden en kwam zo al in de jaren zeventig ongeschonden door de oliecrisis. Binnen de tuinbouw doet scenario-onderzoek al wel zijn intrede bij grote bedrijven, maar nu ook voor de sector als geheel. ACCEZ wil in oktober het eindresultaat presenteren.
U gaat scenario’s uitwerken die bedrijven helpen toekomstbestendige keuzes te maken. Hoe gaat u dat aanpakken?
Schueler: “De eerste fase is dat we in dialoog gaan met de sector en kijken welke onzekerheden er zijn en welke als grootste ervaren worden die niet beïnvloedbaar zijn. Dat vormt de basis voor het maken van de scenario’s. Denk bijvoorbeeld aan klimaatverandering of de ontwikkeling van technologie. Anderen zijn minder zeker, zoals bijvoorbeeld de effecten op de arbeidsmarkt of de ontwikkelingen binnen afzetlanden.”
Als u dat voor het hele tuinbouwcluster doet, hoezeer is het dan ook nog gericht op de voedingstuinbouw?
Schueler: “We willen eerst sectorbreed van ondernemers horen wat die onzekerheden zijn. Vervolgens kunnen we de scenario’s specifieker maken voor verschillende ketens, als dat nodig blijkt.”
Wat betekent dat concreet?
Westra: “We kijken niet naar zaken die morgen spelen, maar op de lange termijn. Dat kan gaan om kapitaal, arbeid of logistiek. We willen de academische aanpak en de visie van ondernemers bij elkaar brengen en een robuuste analyse maken voor de komende jaren, zodat het niet weer opeens anders moet na steeds een nieuwe persconferentie.”
Schueler: “Scenario’s geven je een kans om gesprekken scherper te voeren. Nieuw licht waartegen je keuzes kunt afzetten. Moeten we versnellen of moeten we een hele andere kant op?”
De coronacrisis is nu de aanleiding, waarom?
Westra: Bewegingen versnellen door de coronacrisis. Nederland heeft een internationaal tuinbouwcluster. Voor zaadveredeling betekent dit bijvoorbeeld dat teelt meer lokaal plaatsvindt. Het is goed om meer beschouwend naar dingen te kijken en niet zomaar wat te doen.”
Schueler: “Een deel van de winst zit hem ook in het proces. Dat ondernemers met elkaar en met ons in gesprek gaan en bepalen hoe we verder willen gaan. Ook daar zit robuustheid in.”
Het kan zijn dat de uitkomst van uw analyse ongemakkelijk is voor de tuinbouw. Dat we een andere kant op moeten of technologiesprong nodig hebben.
Schueler: “Als je scenario’s uitwerkt die niet schuren, wat is dan de meerwaarde? Ongemak zal er liggen. Dat helpt juist om je op de toekomst voor te bereiden.”
Westra: “Je ziet bijvoorbeeld in de VS dat grenzen dicht gaan en plukkers uit Guatemala wegblijven. Het kan zijn dat je een technologiesprong nodig hebt naar robotisering, maar het kan ook dat je de kassen naar de arbeidsmigranten brengt.”
Telersverenigingen zijn toch ook al bezig met toekomstscenario’s?
Schueler: “We maken graag gebruik van die processen en voeden die weer met de uitkomsten. Als telersverenigingen hier al mee bezig zijn, komen we graag in gesprek met ze. Dat kan tweerichtingsverkeer zijn.”
Hoe zijn bedrijven betrokken?
Schueler: “We hebben 35 ondernemers in een ondernemerspanel die ons scherp houden. In de zomer gaan we bredere groepen betrekken. We laten dat onder andere via branche-organisaties en regionale Greenports Nederland lopen. Het is moeilijk om daar alle individuele telers bij te betrekken, maar we werken met groepen telers die al met trajecten bezig zijn.”
Het kan zijn dat uit de scenario’s komt dat schaalvergroting helemaal niet zo goed is
Judith Schueler, directeur van ACCEZ
U kijkt niet naar bedrijfseconomische zaken, waar de bedrijven heen moeten? Schaalvergroting bijvoorbeeld?
Schueler: “We proberen weg te blijven bij aannames. Het kan zijn dat uit de scenario’s bijvoorbeeld komt dat schaalvergroting helemaal niet zo goed is.”
Westra: “Ik heb een klant die ervoor kiest om in de Verenigde Staten in elke tijdzone een relatief kleine slakas neer te zetten, met centrale sturing door moderne IT-systemen. Dat is dan schaalvergroting op een andere manier.”
Wanneer is dit proces voor u geslaagd?
Schueler: “Het is voor mij geslaagd als er eind dit jaar scenario’s zijn uitgewerkt met handreikingen voor de sector. Als er vervolgens ondernemers en partijen opstaan die het oppakken dan zijn we op een goede manier bezig om de toekomst vorm te geven. Misschien ontstaan nieuwe verbintenissen of andere beleidsvoornemens of samenwerkingen met heel andere collega’s waar je nu helemaal niet aan denkt.”