Door OZB te gaan heffen op grond en kassen wordt efficiënt grondgebruik gestimuleerd en woningbouw bevorderd.
Het intrekken van de vrijstelling op onroerendezaakbelasting (OZB) is één van de instrumenten die onderzocht is om de bouw van woningen aan te wakkeren. Door schaarste aan beschikbare betaalbare grond komt gebiedsontwikkeling nu moeilijk op gang. Het belasten van grond waarvoor nu nog een OZB-vrijstelling geldt, maakt het aanhouden van de grond duurder en heeft een drukkende werking op de grondprijs. De maatregel zal leiden tot meer inkomsten van gemeenten, maar die kunnen niet verplicht worden dit geld te besteden aan woningbouw. Dat tast de autonomie van de gemeenten aan.
Meerdere varianten mogelijk grondbelasting
Uit een brede interdepartementale beleidsevaluatie van vijftien mogelijke grondmarktinstrumenten gaan er drie over directe grondbelasting. De intrekking van de OZB-vrijstelling lijkt daarvoor de meest bruikbare. Invoeren van een aparte grondbelasting wordt door de interdepartementale werkgroep minder positief beoordeeld. Het is te ongericht. Bij een daling van de grondprijs draait de eigenaar er volledig voor op. Het kan alleen werken met een landelijk tarief dat beperkt gehouden wordt. Omdat een algemene grondbelasting ook grond treft waarop al is gebouwd, is deze volgens eerder onderzoek minder geschikt om bouwprojecten vlot te trekken. Een derde variant, een specifieke grondbelasting van bouwgrond met woonbestemming, kan wel werken.
Ingrijpen op de grondmarkt staat op de politieke agenda. Een Kamermeerderheid en het recente coalitieakkoord spreken zich uit voor invoering van een planbatenheffing en een grondbelasting om dat probleem aan te pakken.
Afromen grondsurplus
Zo’n gemeentelijke planbatenheffing is een heffing over het verschil tussen landbouwwaarde en bouwgrondwaarde. Dat is het grondsurplus en wordt berekend over de waarde van grond waarop mag worden gebouwd en de waarde van die grond bij de functie die het daarvoor had. De verwachting is dat zo’n heffing de verwervingskosten van bouwgrond zal verlagen. Een ontwikkelaar zal minder over hebben voor grond wanneer bij de start van de bouw nog zo’n planbatenheffing moet worden betaald. Nog voordat kan worden begonnen met bouwen, moet de grondeigenaar over de grondwaardestijging die heffing namelijk afrekenen. Doordat een grondeigenaar rekening gaat houden met de planbatenheffing, daalt de grondprijs. Daardoor zijn woningbouwprojecten beter rendabel te maken, blijkt ook uit onderzoek dat voorafging aan de beleidsevaluatie.