Het teeltsysteem waarbij tomaten op kokos worden gevoed met organische meststoffen is nog niet rijp voor de praktijk, concluderen onderzoekers van het Proefcentrum Hoogstraten in Meerle.
In het tweede jaar dat de proef met organische bemesting loopt, groeide het tomatengewas (ras Soupless, onderstam Emperador) aanvankelijk goed weg. Maar vanaf de zomer viel het niet mee het stikstofniveau in het kokossubstraat op peil te houden. De groeikracht liep daardoor vanaf juli sterk terug. De opneembaarheid van de meststoffen is een probleem. Bij toevoeging van extra meststoffen wordt vanuit het substraat extra ammoniak gevormd waardoor in de tomaten van de bovenste trossen neusrot ontstaat.
Vanaf de start was al sprake van een lagere zetting en minder goede vruchtvorm dan bij de twee referenties (kokos en steenwol met minerale bemesting). De productie loopt nu 10 procent achter als gevolg van kleinere trossen en een lager vruchtgewicht.
De tomaten werden op 4 november gezaaid en op 3 januari geplant. In het begin werd een voorraadbemesting gegeven in de vorm van een mengsel van minerale en organische meststoffen. De organische meststoffen zorgen voor de toelevering van stikstof, kali en fosfaat. Calcium, magnesium en spoorelementen worden meegedruppeld. Op grond van bladmetingen werd eventueel extra bemest door organische meststoffen op de kokospot te strooien.
“Het is een moeilijke teelt. Dit systeem is nog niet klaar voor de praktijk”, concludeerde onderzoekscoördinator Kris Goen tijdens de deze week gehouden demomiddag op het PCH.