Oplichting groentenhandel treft tussenpersoon

Een koper van groente moet de partij betalen, nadat hij zelf door criminelen werd opgelicht.

In hoger beroep is een ondernemer (van buiten de groentenhandel) veroordeeld tot betaling van een factuur van ruim € 27.000 aan een groentenhandelaar. Hij raakte in 2016 betrokken bij een oplichtingspraktijk waar de ondernemer zelf ook slachtoffer was. Toen de ondernemer geldproblemen had en onder bewind stond, schreef hij zich in bij de Kamer van Koophandel om voor een derde partij groenten te bestellen. Na een eerste partij direct betaald te hebben, werd de tweede partij op rekening geleverd. De ondernemer kreeg van zijn opdrachtgever geen geld voor de geleverde goederen. De opdrachtgever verdween. Deze had de tussenpersoon gebruikt voor deze bekende oplichtingsconstructie.

Met voorbedachten rade niet bewezen

De ondernemer eist in hoger beroep dat de transactie ongeldig wordt verklaard, omdat hij onder bescherming van bewindvoering staat en hij zelf te goeder trouw was. Dat kende de rechter niet toe. Na het beëindigen van het bewind kan de schuldeiser volgens de rechter alsnog verhaal halen. De rechter oordeelt wel dat niet bewezen is dat de ondernemer bewust meewerkte aan oplichting. Dat ontslaat hem echter niet van het verhaal door de groentenhandelaar.