“Eind oktober zijn er nog vijf trossen van negen of tien tomaten te oogsten. Tot het einde van de teelt proberen we deze trossen zo goed mogelijk te laten uitgroeien”, zegt Johan Noordermeer van Kwekerij Noordermeer in Vierpolders.
In week 41 is gestopt met het wegsnijden van alle blad onderin het gewas. Vanaf dat moment wordt alleen het blad aan de voorkant van het gewas weggesneden. “We laten de bladeren aan de achterkant van de plant zitten. Doordat het blad aan de voorkant weg is, worden de trossen meer in het licht gezet.” Bovenin het gewas bij de laatste twee trossen wordt nog wel een blaadje eruit gesneden. “De bovenste bladeren groeien altijd behoorkijk uit en worden daardoor groot. Door vroegtijdig een blaadje eruit te halen, houden we het gewas open.” Het gewas staat er goed op.
Met de totale productie lopen wel 10 procent achter op vorig jaar
Minder productie
In week 42 is er 0,8 kg/m2 geoogst. Op de tomaten zit een mooie glans. “Voor de tijd van het jaar hebben we een normale weekproductie. Met de totale productie lopen wel 10 procent achter op vorig jaar. Dit komt deels doordat we in het voorjaar zonlicht hebben gemist en deels door het andere ras.” De laatste oogst is 5 december en op 6 december begint het leegruimen van de kas.
Behandelingen tegen Botrytis
Het tomatengewas heeft een beetje last van Botrytis. In één afdeling van de kas is meer Botrytis-druk dan in de andere afdelingen. “De schimmelziekte behandelen we door het spuiten van Signum. Daarnaast lopen we het gewas ook na. Een kleine Botrytisplek op een stengel behandelen we met een spuitbusje met Scomrid. Dat helpt goed. Planten met een grote Botrytisplek op de stengel worden verwijderd. Het aantal valt nog mee.”
Mistig weer is voor Botrytis niet goed. Dat is ook de reden dat het gewas open is door het wegsnijden van het blad, waardoor lucht door het gewas kan stromen. “Dat helpt goed de schimmelziekte tegen te gaan. Bovendien geeft te veel blad veel vocht in de kas, wat ook niet goed is.”
Schoonmaakschema
De populatie van Macrolophus is nog steeds goed. Hierdoor is er geen insectendruk. De extra kaartjes met sluipwesp Encarsia hebben goed geholpen tegen de witte vlieg. De Macrolophus houdt het nu onder controle. Er zijn geen rupsen meer gesignaleerd.
In week 46 begint de teler met het schoonmaakschema van bespuitingen om alle nog aanwezige insecten ‘op te ruimen’. Om de teelt ‘schoon’ te eindigen en zo aan de nieuwe teelt te kunnen beginnen, wordt Vertimec tegen onder andere een eventueel nog aanwezige galmijt en Closer tegen witte vlieg gespoten.
Auteur: Harry Stijger