Doorgaan naar artikel

Open teelten Zeeland ontdekken het waterbassin

De noodzaak van extra wateropvang op bedrijfsniveau lijkt ver weg, na de enorme hoeveelheid regen die in Nederland is gevallen. Toch zijn veel telers de laatste droge zomers nog niet vergeten. Zeeuwse fruittelers en akkerbouwers omarmen daarom het waterbassin.

2023 was historisch nat. Toch zijn telers de droge zomers niet vergeten. Zeeuwse (fruit)telers omarmen daarom het waterbassin.

Het jaar 2023 gaat de boeken in als historisch nat, met name door de onophoudelijke regenval in het laatste kwartaal. Veel gewassen konden amper worden gerooid, omdat de bodem compleet verzadigd was. Al dit hemelwater verdwijnt meestal weer snel in plaats van bewaard te worden voor droge tijden.

Extra uitdaging door verzilting

Dat moet anders kunnen, dacht André Alkema in het Zeeuwse Sint-Maartensdijk. Hij teelt hoofdzakelijk peren en wat kersen en pruimen. Door de zilte bodem heeft hij op deze locatie een extra uitdaging. Grondwater is te zilt. Daarom kan hij het niet inzetten om zijn bomen van vocht te voorzien. En het aanvoeren van zoet water vraagt ook de nodige inspanningen en kosten. Dan maar water opslaan dat vanzelf van boven komt, was zijn gedachte. De glastuinbouw en zachtfruitteelten doen dit al decennia lang, met de bouw van een waterbassin voor de opvang van hemel- en drainwater.

Zoetwaterinlaat via sloten voor Tholen

“Zo’n negen jaar geleden heb ik al deelgenomen aan een waterproject op het eiland Tholen”, vertelt Alkema. “In samenwerking met ZLTO en het waterschap is toen een zoetwaterinlaat vanuit het Volkerak via de sloten gemaakt voor heel Tholen. Destijds had ik alleen nog appels, dus was het eigenlijk minder noodzakelijk. Maar toen kon het ook al gebeuren dat de sloten alsnog droogvielen, zodra iedereen tegelijk dat water nodig had. Bovendien werd het water vooral ingelaten op momenten dat met name de akkerbouw het nodig had.” Op Tholen telen deze bedrijven hoofdzakelijk vroege aardappelen en uien.

Met hulp van Europese POP3-subsidie heeft Alkema vijf jaar geleden eerst druppelbevloeiing aangelegd, om zijn boomgaard in de zomermaanden beter te kunnen voorzien van zoet water bij de wortels. Na een voorjaar met flinke nachtvorst en veel schade is de perenteler plannen gaan maken om ook bovenover te kunnen beregenen.

Als we zoetwater in het voorjaar kunnen inzetten tegen nachtvorst en in de zomer als hittekoeling, blijven we goed meedoen op de markt

“We telen hier onder andere het clubras Xenia, dat heel vroeg bloeit”, legt hij uit. “Daardoor zijn deze peren ook extra gevoelig voor nachtvorst en verruwing. Als we dan in het voorjaar het zoetwater al kunnen inzetten als nachtvorstbestrijding en daarnaast in de zomer als hittekoeling bovenover kunnen beregenen voor de kilo’s en kwaliteit van de peren, dan blijven we goed meedoen op deze markt.”

Betere kwaliteit peren dankzij beregening

Druppelirrigatie in de boomgaard bij fruitteler André Alkema. - Foto: Janny Verschure-Trouw
Druppelirrigatie in de boomgaard bij fruitteler André Alkema. – Foto: Janny Verschure-Trouw

Peren die regelmatig via druppelbevloeiing wat extra water krijgen, worden volgens hem grover, zijn beter bewaarbaar en blijven groener in de koeling. Daarnaast zorg je voor een betere groeibeheersing van de bomen, waardoor je weer intensiever wortels kunt snoeien.

Bijkomend voordeel van het bovenover kunnen beregenen, blijkt ook de bestrijding van de perenbladvlo te zijn. De larven maken honingdauw die direct een roetdauwlaag vormt op het blad. Maar dat spoelt er volgens Alkema vrij eenvoudig af tijdens een nacht beregenen.

Met het indienen van een nieuw POP3-traject was het subsidiebedrag toereikend genoeg voor de fruitteler om vervolgens te gaan investeren in een waterbassin van 18.000 kuub met beregening voor zijn volledige bedrijf. Deze subsidie besloeg zo’n 40% van het geïnvesteerde bedrag.

Alle fruitpercelen die rond het bedrijf staan, kunnen daarmee van ‘eigen’ water worden voorzien. Het bassin is gebouwd op een driehoekig stuk van zo’n halve hectare aan de rand, waar de perenbomen toch al vervangen moesten worden. Het is 190 meter lang en 66 meter breed, 3 meter boven de grond en een totale diepte van 5,30 meter.

In de winter vullen met dompelpompje

Alkema gebruikt nog steeds de zoetwaterinlaat vanuit de omliggende sloten. “Het water in ons bassin komt hoofdzakelijk van een industrieterrein een paar kilometer verderop. Het hemelwater van dat terrein, zo’n 30 hectare groot, komt hierlangs door de sloot. Dat is gewoon prima water, dat we goed kunnen gebruiken.”

Met behulp van een dompelpompje van 30 kuub per uur vult hij het bad in de wintermaanden langzaam voor gebruik tijdens het bloeiseizoen. “Als je dat vullen te snel zou doen en te hard zuigt, dan trek je weer zoute kwel binnen”, legt Alkema uit. “Het zoute water zakt naar beneden en het zoete blijft wat hoger in de bodem zitten. Daarom wil je alleen die bovenste laag.”

Het water uit de inlaten zit op een EC van 1 tot 1,5, met name door de kwel uit de grond en het vele water dat nu al van boven is gekomen. In de zomer probeert de fruitteler te sturen op een EC van 1,5 tot 2. “Dat is nog voldoende voor de watergift onder de bomen.”

Eigen watervoorraad kan de redding van je bedrijf zijn

Ondanks de schaarse zoetwatervoorziening in het Zeeuwse, zijn nog lang niet alle fruittelers overgeschakeld op een eigen voorraad water. “Het is wel wat meer in opmars”, ziet Alkema ook bij collega’s. “Het kan de redding van je bedrijf zijn. En ik wil niet overleven, maar blijven ondernemen. Door klimaatverandering en gestegen kostprijzen is het gewoon een noodzakelijk investering geworden. Op dit moment is het zonder zoetwater hier erg moeilijk om goed fruit te blijven telen. Dat geldt zeker voor de perenteelt, daarvoor is zoetwater nu al onmisbaar.”

Fruitteler André Alkema bij zijn nieuwe waterbassin in het Zeeuwse Sint-Maartensdijk. - Foto: Janny Verschure-Trouw
Fruitteler André Alkema bij zijn nieuwe waterbassin in het Zeeuwse Sint-Maartensdijk. – Foto: Janny Verschure-Trouw

Zoetwatervoorziening twee seizoenen getest

Alkema heeft zijn zoetwatervoorziening twee seizoenen kunnen testen. In 2022 had hij een goede oogst dankzij de inzet van nachtvorstberegening. “Dat was voor ons het verschil van een hele of halve oogst. Want hier op Tholen vriest het toch net wat harder dan bijvoorbeeld in Noord-Brabant of op Zuid-Beveland.”

Dit jaar viel de Xenia-opbrengst wat tegen, met name door het koude voorjaar. De perenbladvlobestrijding werkte juist weer erg goed dankzij de inzet van het zoetwater over het gewas. “Dat maakt het de investering zeker waard voor mij. Hagel en storm kun je nog verzekeren, maar nachtvorst niet. Subsidies zijn ervoor om je over te streep te trekken. En zonder had ik het waarschijnlijk nooit gedaan.”

Meer vraag naar wateropslag na droge zomers

Verderop in Zeeland wordt het gebrek aan zoet water als een nog groter probleem ervaren. Al vijf jaar op rij vallen vrijwel alle oogsten flink tegen als gevolg van droogte. Schouwen-Duiveland is een belangrijk productiegebied voor voedingsgewassen, maar de toekomst ervan staat nu serieus op het spel. Daarom investeren de ondernemers daar vaker zelf in waterreservoirs met grote waterbassins op eigen erf of aansluitend aan het bouwblok.

Volgens Ko de Regt, via belangenbehartiger ZLTO werkzaam in Zeeland als projectleider coalitie Masterplan Zoetwater, is het zelfs mogelijk om deze middenin het veld te realiseren als dat op eigen erf niet kan. “Daarvoor is landschappelijke inpassing wel een vereiste volgens de provinciale Omgevingsverordening,” vult hij aan. De Regt ziet dagelijks in de praktijk de zoektocht van ondernemers naar geschikte watervoorziening en eigen opvang groter worden, zeker voor de meest cruciale en hoog salderende teelten.

Lees ook: Zo gaan telers in Zeeland om met droogte

Interesse in alle regio’s voor waterbassins

Niet alleen in Zeeland, maar ook in de rest van het land zien bassinbouwers een toenemende interesse vanuit alle teelten. “Er is enorm veel vraag, want nagenoeg elk bedrijf heeft in droge zomers een tekort aan water”, geeft Martin Spekle van Albers Alligator aan. Dit bedrijf heeft het bassin van fruitteler Alkema geleverd en ziet steeds meer aanvragen binnenkomen.

In Zeeland is de nood volgens hem nog hoger vanwege het brakke grondwater. Daarmee is de aanleg van een eigen waterreservoir ook interessanter voor de akkerbouwers in dat gebied geworden, om zo meer rendement op hun teelten te halen. Volgens hem worden de laatste tijd behoorlijke bassins geplaatst bij akkerbouwbedrijven. Albers Alligator heeft recent het grootste project opgeleverd bij het glastuinbouwbedrijf van Hoogweg Paprika’s in Marknesse (Flevoland). Dit heeft een wateropvang van 30.000 vierkante meter groot en een inhoud van ruim 102.000 kuub.

Volgens Spekle zijn in alle sectoren volop ontwikkelingen om meer water op te kunnen slaan, ook in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen. “Hiervoor was onder andere een aparte subsidieregeling in de provincie Zuid-Holland, die veel is gebruikt”, vult hij aan. “Maar er zijn genoeg regelingen beschikbaar. Bij elke subsidieopenstelling zien we het aantal aanvragen stijgen.”

Hemelwater zo lang mogelijk opslaan

Zoetwater-beleidsmedewerker Martijn van Kalmthout van Waterschap Scheldestromen ziet de droge jaren op rij als een trend en tevens voorspelling dat het vaker zal voorkomen. “Zeeland is bovendien een bijzonder gebied, vergeleken met de rest van Nederland. Hier is geen aanvoer van zoetwater vanuit rivieren en omdat het grondwater ook vaak te zout is, zijn we hier aangewezen op hemelwater. Daarom willen we dit het liefst zo lang mogelijk opslaan en maatregelen voor de beschikbaarheid in Zeeland verruimen”, schetst Van Kalmthout. “We stimuleren als waterschap dat de bodem op orde moet zijn, dat telers zuinig omgaan met water en we ondersteunen daarom het bewaren van water in bassins op de agrarische bedrijven.”

Regelgeving voor bassins

Hij benadrukt daarbij wel dat de aanleg van bassins altijd volgens regelgeving moet gebeuren, ook qua veiligheid. “Zeker bij grotere bassins stellen we als waterschap de voorwaarde dat deze uit meerdere segmenten moet bestaan, om de kans op doorbraak te verkleinen.”

Een bassin in het open veld is ook toegestaan, mits goed landschappelijk ingepast. Dit mag echter alleen met hemel- of drainwater gevuld worden en niet met grondwater. Van Kalmthout: “We hebben voor de gehele provincie in kaart gebracht hoe diep overal de zoet-zoute waterlagen op percelen zijn. Die kaart laat nog wel wat grote zoetwaterbellen zien, maar er zijn ook heel grote gebieden die vooral brak zijn. En zelfs als zoetwater in het reguliere oppervlaktesysteem wordt bewaard, blijkt dat vaak lang niet genoeg. Met een bassin ben je pas echt zelfvoorzienend, ook al neemt het fors ruimte in beslag. De keuze is uiteraard aan ieder voor zich, maar we moedigen het wel aan.”

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Janny Verschure-Trouw

Fruitteler in Raamsdonk

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin