De laatste uitspraken van de Raad van State in twee zaken over stikstof brengen niet alleen bij veehouders onzekerheid. Glastuinbouw Nederland ziet dat ook glastuinbouwbedrijven worden geraakt.
Met name de door de rechters van de Raad van State naar voren geschoven ‘passende beoordeling’ in plaats van de tot nu toe veel gebruikte voortoets heeft de nodige gevolgen. De regels voor intern salderen veranderen flink.
Bij het uitbreiden of wijzigen van een bedrijfsvoering moet worden onderzocht of de stikstofneerslag daarvan gevolgen heeft voor Natura 2000-gebieden. Als dat zo is − een bedrijfsvoering heeft stikstofdepositie tot gevolg – konden tot op heden die effecten met intern en extern salderen. In het eerste geval kon de nieuwe bedrijfsvoering doorgaan als die niet meer neerslag van stikstof veroorzaakt dan de oude situatie op die locatie. In het tweede geval kon de eventueel wel toegenomen neerslag van stikstof op een locatie worden gecompenseerd met het verdwijnen van stikstofneerslag op een andere locatie.
Bij intern salderen mocht je tot nog toe in de voortoets berekenen of er significante effecten op de Natura 2000-gebieden zouden plaatsvinden ná intern salderen. Veel initiatieven konden op die manier doorgaan. Na de uitspraak van 18 december is dat echter niet langer toegestaan. De nieuwe of gewijzigde bedrijfsvoering moet op zichzelf beoordeeld worden. Na deze ‘passende beoordeling’ kunnen de effecten eventueel verzacht worden door intern te salderen.
Kans door nieuwe spelregels intern salderen
Met de komst van de ‘passende beoordeling’ en nieuwe spelregels rond intern salderen ziet Glastuinbouw Nederland een kans, maar ook een beperking op de loer liggen. Een ondernemer met bouwplannen mag alleen intern salderen op basis van de referentiesituatie, dus wat er op grond van een natuurvergunning al aanwezig is of had mogen zijn. De referentiesituatie bestaat niet alleen uit een bestaande natuurvergunning, maar ook uit een eventuele (oude) milieutoestemming (soms is er geen natuurvergunning, maar wel een toestemming op grond van milieuregels). Dat biedt wellicht een kans voor PAS-melders, interimmers en andere onvergunde bedrijven die wel beschikken over een Hinderwetvergunning, een milieumelding of melding Activiteitenbesluit.
Latente milieuruimte valt weg
Een beperking treedt op doordat structureel onbenutte milieuruimte (ook bekend als ‘latente ruimte’) niet meer mag worden gebruikt voor intern salderen. Dit mocht voorheen bij intern salderen in de voortoets nog wel. De regelgeving wordt op dit onderdeel dus strenger. Niet bekend is wat dat betekent voor de capaciteitsvergunningen voor de wkk (waarbij bijvoorbeeld ook capaciteit wordt ingezet voor netbalancering).
‘Terugwerkende kracht inbreuk op rechtszekerheid’
Tot slot heeft de Raad van State bepaald dat deze uitspraak met terugwerkende kracht geldt voor verleende toestemmingen via intern salderen over de afgelopen vijf jaar. Wanneer een activiteit is gestart na 1 januari 2020 en is toegestaan middels intern salderen, is daarvoor dus alsnog een nieuwe vergunning nodig en moet er getoetst worden op basis van een ‘passende beoordeling’. Dit is volgens Glastuinbouw Nederland een zeer grote en onacceptabele inbreuk op de rechtszekerheid. Bovendien is het niet de eerste keer dat de hoogste rechter van Nederland een uitspraak doet, waardoor burgers en bedrijven niet langer kunnen vertrouwen op de rechtsgeldigheid van onherroepelijke toestemmingen of vergunningen.