‘Ook geen Mundial meer? Ik houd mijn hart al vast in spruitkoolteelt’

Jongejan zit in een vof met zijn vader Arie in Oudenhoorn. Hij combineert de teelt van spruitkool – in deelbouw met collega-telers Gerrit Arkenbout en Bouwe Piek – met aardappelen, uien, conservenerwten, suikerbieten en wintertarwe.

Voorwaarde beregenen

Alle spruiten van de 3 samenwerkende telers staan op Voorne-Putten, op grond die varieert van lichte zavel tot zware klei. Op alle percelen kan beregend worden. “Dat is een absolute voorwaarde”, aldus Jongejan zonder omhaal. Vooralsnog staat de beregeningsinstallatie nog in de schuur. “Ik zie het liefst dat hij daar kan blijven, en vooralsnog is dat ook zo. Vandaag hebben we 25 millimeter gehad, op 6 juni viel er 30 tot 35, dat is even genoeg”, aldus Jongejan op 12 juni.

Veel Steadia

De eerste spruitkoolplanten werden rond 26 maart geplant, eerder was de grond nog te vochtig. De laatste planten gingen half mei de grond in. “We telen best veel Steadia. Bejo-adviseur Cees van Drunen ziet het liefst dat die planten laat de grond in gaan, maar we hebben er toch voor gekozen het leeuwendeel van Steadia in de tweede week van mei te planten.” Het vroegste ras is Davlin, gevolgd door het ras Abacus. Hemera is het laatste ras, voor oogst rond 1 maart. “Dan heb je nog een paar weken om de machines weer op orde te brengen voor het nieuwe seizoen.” De oppervlakte nieuwe (proef)rassen is beperkt. “Het is met name belangrijk om de bestaande rassen tot maximale producties te brengen.”

_{Lees verder onder de foto.}

De Treffler-wiedeg heeft allerlei voorzieningen om de werking naar wens in te stellen. De 12 meter breed werkende machine bestaat uit 5 inklapbare delen voor wegtransport. Foto: Stefan Jongejan

Kleiner trayformaat

Nieuw is de plantmachine, net als het vorige exemplaar van het merk Ferrari, maar met de mogelijkheid om rekken met planten mee te nemen. “Onze planten kwamen altijd van Voornes Plantenkwekerij, maar dat bedrijf is ermee gestopt. Onze nieuwe plantenkweker werkt met een kleiner trayformaat, waardoor we rekken mee op de planter willen nemen.”

Treffler-wiedeg

Ook nieuw voor de spruitkool in deelbouw is de inzet van een 12 meter breed werkende Treffler-wiedeg, in combinatie met een chemische onkruidbestrijding aan de basis en schoffelen/aanaarden. “Die eg is absoluut een aanwinst, vanwege de werkbreedte, en vanwege alle mogelijkheden om de machine af te stellen. Op het eind loop je eventueel nog een laatste keer door het gewas om nog een verdwaald onkruidje op te pikken.”

Kruid niet verschieten

Tegen ziekten en plagen is half juni al behoorlijk wat gebeurd, met name om naast koolmot en koolvlieg de bladluisdruk te beperken. “De phytodrip-methode met Cruiser op of bij het zaad zijn we kwijt, het komt er feitelijk op neer dat je je moet behelpen met minder goed werkende middelen. Vydate, dat we gebruiken tegen aaltjes, heeft een nevenwerking op bladluizen, met pyrethroïden neem je ze ook mee. Je wilt toch voorkomen dat je al vroeg in het seizoen de zeer beperkte mogelijkheden met specifieke bladluismiddelen zoals Calypso en Closer al verbruikt hebt.”

Teeltvrije zones

Met de wegval Cruiser lijkt het er ook op dat andere insecten zoals aardvlooien en koolvlieg wat meer speelruimte krijgen. “Dat is nog steeds het grootste probleem: dit is het laatste jaar voor de Mundial-coating. Ik houd mijn hart vast voor de toekomst. Voor de inzet van Benevia houden we op alle percelen teeltvrije zones van 2 meter aan. Dat betekent dat we al met al een behoorlijke oppervlakte onbeteeld laten, maar je moet er alles aan proberen te doen om de teelt te laten slagen.”

Auteur Joost Stallen