Boeren en tuinders schatten de risico’s van de zon te laag in, vooral de 50-plussers. Ze verbranden niet, denken ze. Maar de tijden zijn veranderd.
Nee, hij smeert zich nooit in met zonnebrandcrème. Die zalfjes op zijn huid, daar houdt hij niet van. Het plakt, hij zweet er niet lekker door en er blijft veel stof aan kleven. Henk Slagmaat, melkveehouder in Groningen, is niet de enige 50-plusser die zo over denkt over crèmes en oliën die de huid beschermen tegen de zon.
Het Nationale 50plus Panel concludeerde in 2020 al dat deze leeftijdsgroep niet zo van het smeren is. Slechts driekwart doet dat, een kwart dus niet. En wie wel smeert, kloddert éénmalig wat op de huid en de rest van de dag niet meer. Terwijl de producten meestal maar twee uur werken. Daarna is bijsmeren nodig.
Pet of hoed geen standaarduitrusting
Ook een pet of hoed is geen standaarduitrusting voor mensen die veel in de zon werken. “Maar die draag ik dan weer wel”, zegt Henk. “Omdat het op mijn hoofd nogal uitdunt. Dan is die zon erop knap heet. Ik doe geen pet op omdat ik bang ben te verbranden. Ik verbrand nooit.”
Dat laatste merken veel van zijn generatiegenoten. Omdat ze dagelijks zoveel buiten zijn, went hun huid aan de zon. Ze worden er diepbruin van, niet rood. Zonnebrandcrème gebruiken lijkt voor hun gevoel dan zinloos.
Boeren vertonen hoog-risicogedrag
Het Medisch Centrum Amsterdam deed onderzoek onder mensen die beroepsmatig veel buiten werken. Zij worden gezien als hoog-risicogroep voor het ontwikkelen van huidkanker als gevolg van chronische blootstelling aan zon.
Ook boeren worden gerekend tot deze groep die – zo bleek – hoog-risicogedrag vertoont ten aanzien van huidkanker. Men is zich nog te weinig bewust van de gevaren, zo luidde de conclusie.
Huidkanker was vroeger een weinig voorkomende vorm van kanker, maar anno nu staat hij op nummer één. Tot een paar jaar terug kreeg één op de vijf mensen een vorm van huidkanker, dat neigt inmiddels al naar één op de vier. Reden genoeg dus om de huid wel te beschermen als je in de zon moet werken.
Wie het niet doet omdat hij nooit verbrandt, doet er goed aan zich te realiseren dat de tijden veranderd zijn. De zonkracht is nu bijvoorbeeld veel vaker hoog dan toen. Kwam 30 jaar geleden zonkracht 7 niet veel voor, anno nu is dat gemiddeld 20 dagen per jaar wel het geval. Dat is drie weken.
Zonkracht één tot acht in Nederland
De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid schadelijke ultraviolette straling die de aarde bereikt. In Nederland komt zonkracht één tot acht voor. De maximale waarde is zeldzaam voor onze contreien, maar wordt wel al af en toe gemeten. Een onbeschermde huid verbrandt daarbij in minder dan 10 minuten, al hangt het af van het type huid dat je hebt. Bij een lichte huid gaat het sneller dan bij een donkere of gebruinde huid.
Veel buitenwerkers scharen zichzelf bij die laatste groep, bleek uit het Amsterdamse onderzoek. Maar die gedachte klopte niet altijd met de werkelijkheid. Na een paar keer verbranden gaat de huid weliswaar bruiner verkleuren, maar de huidcellen kunnen dan al beschadigd zijn wat uit kan monden in kanker.
Beperk risico op zonneschade
Dat het met name ouderen zijn die menen dat het wel meevalt met die schadelijke zon, komt doordat deze generatie nog mee heeft gemaakt dat de hoeveelheid UV-straling die het haalde tot aan de aarde minder groot was dan nu. Daarom verbrandden ze vroeger ook minder vaak en minder snel.
Ironisch genoeg kwam dat doordat de lucht toen smeriger was. 30 tot 35 jaar geleden zat er nog veel meer fijnstof in de lucht en die hield schadelijke straling deels tegen. Milieumaatregelen hebben schonere lucht opgeleverd. Een nadeel is dat zonlicht minder gefilterd wordt.
Terug naar luchtvervuiling wil niemand, maar verbranden en huidkanker krijgen ook niet. Door de huid te beschermen, met zonnebrandcrème, aangepaste kleding en een pet of hoed, blijft het risico op zonneschade binnen de perken.