Gaan de zonen en dochters het tuinbouwbedrijf van hun ouders voortzetten en is dat nog verantwoord?
Steeds vaker kom ik ze tegen; tuinders zonder bedrijfsopvolging. Kinderen genoeg, maar ze kiezen voor een ander beroep. Nu is dat een onderwerp van alle tijden, maar onder de huidige omstandigheden wel heel actueel. Geef ze eens ongelijk, die twintigjarigen. Ze zien hun ouders hard werken en de schulden opstapelen. Het valt me ook op dat hun ouders, die eigenlijk al een stapje terug hadden gedaan, nu weer een tandje bijzetten om die ene arbeidskracht uit te sparen. Er wordt verdraaid hard gewerkt door mensen die het eigenlijk gegund is wat rustiger aan te doen.
Het omgekeerde is ook het geval. Jonge mensen die maar één doel voor ogen hebben: bij pa in het bedrijf. Dan spreek ik hun ouders, die meer realiteitszin hebben. Kan mijn kind dit wel aan? Je moet toch wel van vele markten thuis zijn om de verantwoording te dragen van het ondernemerschap in deze tijd.
Alleen die tuin
Juist bij het laatste vraag ik me af of tuinders rationeel genoeg kunnen denken. Zelf hebben zij al een leven hard gewerkt om iets moois op te bouwen, vaak door van vroeg tot laat alleen maar met die tuin bezig te zijn. De tuin is hun leven, het mooiste wat er bestaat. Die vrijheid dat je zelf kunt bepalen welke stap je zet en hoe. Aangezien de beloning voor dat harde werken zelden in klinkende munt wordt uitbetaald, zit de voldoening voor het overgrote deel in het genieten van de voortzetting van dat bedrijf, vaak op dat stukje grond dat al sinds mensenheugenis in de familie zit. En dat je op je ouwe dag nog een beetje kan meelopen en een karweitje kan doen. Dat je uitziet naar het succes dat je kinderen gaan boeken.
Voldoening
Een paar jaar geleden sprak ik een oude tuinder bij de opening van zo’n mooi nieuw bedrijf van een plaatsgenoot. Met tranen in zijn ogen zei hij: “O, had ik maar een zoon die deze stap had kunnen nemen. Wat zou ik daar van hebben kunnen genieten, als ik dat had kunnen meemaken.” Sentimenteel? Nee. Naast gas en elektra is het juist die energie die een onzichtbare motor draaiende houdt. Trots en voldoening. Juist dat is niet vanzelfsprekend meer en komt op losse schroeven te staan.