De Europese marktregels zijn bijzonder onduidelijk. Of een samenwerking is toegestaan, zal per geval bekeken moeten worden door mededingingsautoriteiten.
Dat concludeert het Vlaamse ministerie van Landbouw en Visserij in een analyse van de Europese marktordeningsregels voor groente en fruit. Aanleiding voor het rapport van de Vlaamse overheid zijn de boetes die dit jaar zijn uitgekeerd aan witloftelers in Frankrijk en paprikatelers in Nederland.
Zo wordt ook na de studie niet duidelijk hoe bijvoorbeeld een markt geformuleerd moet worden. Als alle Belgische telers samen zouden gaan, zouden ze 1 procent van de Europese productie vertegenwoordigen. Dat zou in principe zijn toegestaan, stelt de Vlaamse overheid. Ook roept het rapport vraagtekens op over de marktbenadering van de Nederlandse autoriteit NMa in het paprikakartel. Producten op de groenteafdeling zijn uitwisselbaar, maar ook zal bij een misoogst appels het tekort snel aangevuld zijn met import uit derde landen. De markt is dus veel groter dan de landengrenzen voor dat ene product, aldus het rapport. De NMa stelde vast dat Nederlandse paprikatelers in de zomer een dominante positie hebben op de markt.
Het rapport geeft een helder inzicht in de mogelijke samenwerkingsvormen. Prijsonderhandelingen tussen partijen in dezelfde schakel mogen alleen in een producentenorganisatie of unie van producentenorganisaties. Dat geldt ook voor afspraken over productie. Een minder vaak gebruikte optie is een branche-organisatie op te richten. Daar zijn verticale afspraken mogelijk tussen schakels in de keten. Dat model is ook voorgesteld door staatssecretaris Henk Bleker in gesprekken met de tuinbouw, maar hier zitten beperkingen aan. “Verticale afspraken in de keten zijn mogelijk binnen erkende brancheorganisaties maar deze moeten zich houden aan de lijst van doelstellingen uit de verordening en mogen onder geen beding vaststelling van prijzen of quota omvatten”, concludeert het Vlaamse onderzoek.