Marktonderzoekers zetten vraagtekens bij de interpretatie van de paprikamarkt. Zo noemen ze de niet-openbare veilingprijzen en is er niet echt sprake van een Nederlandse maar Europese markt.
Dat blijkt uit het onderzoek ‘Prijsvorming van voedsel’ van Wageningen UR en Universiteit Utrecht in opdracht van de ACM (voorheen NMa). De onderzoekers deden daarbij een mededingingscheck en prijsinformatie-analyse. De vier grootste telersverenigingen van paprikatelers hebben in 2014 ongeveer 78 procent van het Nederlandse aanbod. De grootste verenigingen van paprikatelers zijn op dit moment Harvest House, Van Nature, Pamosa (aangesloten bij ZON), Best of Four, en Coforta (The Greenery).
De onderzoekers spraken met partijen uit de afzet. Daaruit blijkt dat geen prijstransparantie bestaat door beschikbare prijsnoteringen voor veilingen. Ze zijn niet openbaar. Zo is onduidelijk of de prijzen alleen de veilingprijs weergeeft of dat daaraan informatie wordt toegevoegd. Dat roept vraagtekens op in een markt met een beperkt aantal grote spelers als in de paprikamarkt. De onderzoekers zeggen er wel bij dat er geen aanwijzingen voor marktmisbruik zijn door de afzetverenigingen, waardoor geen aanleiding bestaat voor vervolgonderzoek.
De paprikamarkt wordt zodanig beïnvloed door aanbod uit het buitenland dat de onderzoekers zich afvragen of er wel sprake is van een Nederlandse markt, zoals eerder de NMa oordeelde in het paprika-onderzoek. Beide universiteiten denken dat sprake is van een EU-markt.