De NVWA stopt haar poging om met de zaadsector Clavibacter-besmettingen op de zaadproductiebedrijven van de afgelopen vijf jaar in kaart te gaan brengen.
Doel was de risicovolle zaadproductielocaties te benoemen. De zaadsector en NVWA denken dat zo’n aanpak op dit moment niet voldoende oplevert. Zo’n databank zou tot verkeerde conclusies kunnen leiden bij het herleiden van nieuwe besmettingen, schrijft de NVWA in haar fytosanitaire jaaroverzicht ‘Fytosanitaire Signaleringen 2015’. Eerst wil de sector dat de genetische diversiteit van Clavibacter wereldwijd in kaart is gebracht. Daarna wil de sector een besluit nemen over de noodzaak om fingerprints te maken van aan productielocatie gebonden besmettingen. Op dit moment ziet de zaadsector dus niets in het gebruik van fingerprints voor het traceren van herkomsten van besmettingen.
Herleiden
Naar aanleiding van niet te herleiden gevallen uit eerdere jaren wilde de NVWA deze onderzoeksopzet. Deze analyse heeft met name tot doel om na te gaan of er een samenhang tussen mogelijke bronnen van besmetting te vinden is om zo meer grip te krijgen op deze bronnen en ze te kunnen elimineren.
De NVWA heeft een aantal discussierondes over de onderzoeksplannen gevoerd met Plantum en een vertegenwoordiging van zaadfirma’s. De conclusie uit dit overleg was dat een beperkt historisch onderzoek geen bruikbare en betrouwbare informatie zal opleveren.