Het ministerie van LVVN laat onderzoek uitvoeren naar de noodzaak van de huidige spuitzone van 50 meter. Gelderse gemeentes en fruitteelt pleitten al langer voor mogelijk kleinere spuitzones, maar beseffen dat de uitkomst ook juist tot bredere spuitzones kan leiden, of gewasspecifiek.
Uitkomsten van het onderzoek door RIVM en Wageningen University & Research worden meegenomen in beleid voor spuitzones in heel Nederland. Het onderzoek legt vast hoe bestrijdingsmiddelen zich verspreiden en hoe dat gezondheid van omwonenden beïnvloedt. In 2026 worden de uitkomsten verwacht.
Gevoelig voor woningbouwargument
Al in 2023 hebben Gelderse gemeentes met fruitteeltorganisatie NFO (en plantaardige sectoren) de Tweede Kamerfracties gevraagd onderzoek te doen naar spuitzones. En dan met name naar een wetenschappelijke onderbouwing van de breedte. Nu is deze spuitzone op 50 meter gesteld, maar is door driftbeperking en biologische middelen mogelijk te breed. Dat remt woningbouw aan de rand van landelijke kernen, stellen de Gelderse gemeentes. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bleek gevoelig voor dat woningbouwargument.
De fruitteelt ziet dat telers er ook door worden benadeeld als ze willen groeien. Voor ondernemers die nieuwe percelen willen inplanten, is het bijna onmogelijk geschikte percelen te vinden waar ze geen spuitzone moeten hanteren. Mogelijk kunnen er dan afstanden worden vastgesteld minder dan de huidige generieke 50 meter, stelde NFO eerder.
Gewasspecifieke spuitzones
Namens de Gelderse gemeentes is Regio Rivierenland in gesprek met het ministerie. Lobbyist Bertil Rebel van Regio Rivierenland stelt dat het toekomstperspectief van de telers daarbij een belangrijk onderwerp is. Hij beseft tegelijk dat de uitkomst van het onderzoek nadelig kan zijn voor de gemeentes en de telers. “Stel dat de afstand juist breder moet, dan moeten gemeentes voor woningbouw een andere oplossing zoeken. Maar dan is er tenminste duidelijkheid.”
Wij hebben gezegd, kijk teeltspecifiek, niet generaal
Rebel is hoopvol dat de uitkomst de weg vrijmaakt naar een smallere spuitzone voor een aantal teelten. Dan is de onderzoeksopzet wel belangrijk. De maatschappelijke discussie richt zich nu op lelieteelt. Beïnvloedt dat niet de uitkomst? Rebel: “De lelieteelt wordt steeds genoemd, maar dat is een andere tak van sport. Wij hebben gezegd, kijk teeltspecifiek, niet generaal. Anders is de balans snel zoek. Kijk wat er teeltspecifiek nodig is. Of dat onderzoek ook teeltspecifiek wordt, weten we nu nog niet, maar we zijn als gemeentes betrokken bij het onderzoek. Daar zullen we het nog over hebben.” Het ministerie kon de onderzoeksopzet nog niet toelichten.
Ook bij graspercelen
In de gemeente Buren geldt de spuitzone voor alle percelen met een agrarische bestemming. De spuitzone geldt ook voor gras, waar bijna niet gespoten wordt. De spuitzone zorgt ervoor dat deze graspercelen in de toekomst behouden blijven voor fruitteelt.
Bij alle Burense nieuwbouwprojecten geldt de spuitzone van 50 meter, tenzij te onderbouwen is dat minder nodig is. Die onderbouwing was er ooit, maar is onderuit gehaald door een uitspraak van de Raad van State. Daardoor is steeds apart onderzoek nodig. Gemeentes willen dat er weer een standaard komt.
Het is belangrijk dat toekomstgerichte teeltbedrijven kunnen groeien, stelt NFO. Ook stoppers kunnen hun percelen beter verkopen voor woningbouw als de regels voor spuitzones soepeler worden, stelt een gemeente desgevraagd. Hun percelen worden dan meer waard.