“Kijk, in deze tunnels vindt het allemaal plaats”, zegt Elke Schellekens terwijl ze de toegangspoort naar de proeflocatie opent. We zijn op het terrein van Genson in Sint-Oedenrode, een familiebedrijf dat breed en grootschalig opereert in de opkweek van zachtfruit planten en de productieteelt van aardbeien, frambozen en prei. Schellekens werkt er inmiddels negen jaar. Niet als medewerker, maar als zelfstandig, onafhankelijk onderzoeker. Genson is voor haar een belangrijke opdrachtgever.
Vlamings-adviseur Tim van den Hurk loopt inmiddels tussen de stellingen. Hij heeft zijn loep tevoorschijn gehaald om op trips en spint te monitoren. Een spintje is al gauw gevonden, maar daar blijft het ook bij. “We hebben hier Phytoseiulus en Cucumeris uitgezet en die lijken hun werk goed te doen. Ik verwacht voorlopig geen problemen spint of trips”, zegt hij.
Testtunnels
De proeflocatie bij Genson bestaat uit tien testtunnels, waarvan er acht voor de aardbeienteelt zijn gereserveerd. Van die acht tunnels worden er twee specifiek voor het vergroeningsproject ingezet. Eén tunnel wordt volgens de gangbare praktijk gespoten en geldt als vergelijkingsmateriaal.
Schellekens haalt haar logboek erbij en vertelt dat er op 7 maart is geplant vanuit mini-trays en dat op 10 mei de eerste vruchten zijn geoogst. Omdat de planten (doordragers, ras: Florice) in het begin wat licht waren, zijn de eerste open bloemen verwijderd. “Daardoor hebben we de planten wat meer in balans gekregen”, aldus de onderzoeker.
Lees verder onder foto
Proefopzet
De eerste bespuiting – preventief tegen meeldauw – is op 24 april uitgevoerd met Amistar®. Vier dagen later (op 28 april) is een combinatie van Vacciplant® en Flipper toegepast. Deze toepassing is herhaald op 2 mei. Vervolgens is op 9 mei met een combi van Luna Privilege en Flint gespoten. Daarna volgden achtereenvolgens behandelingen met Serenade + Trips-flow (16/mei), Flipper + Dynex (23/5) en vervolgens nog een keer Serenade/Trips-Flow en Flipper/Dynex (30 mei en 6 juni). Tot ca. half augustus (week 33) staan achtereenvolgens nog op de planning: Luna Privilege + Flint, Vacciplant + Flipper (2x) en Serenade + Trips-Flow, telkens in een interval van ongeveer een week. “In de huidige proefopzet worden er dus maar drie chemische behandelingen uitgevoerd. Daaromheen passen we telkens verschillende combi’s van bio-fungiciden met hulpstoffen toe. Daarmee zorgen we al met al voor een wezenlijke vergroening van het spuitschema”, zo vat Schellekens de proefopzet samen.
Als deze proef slaagt, maken we een flinke vergroeningsslag
Hoewel in de praktijk veel verschillende spuitschema’s worden toegepast, denkt Van den Hurk dat met het proefschema minimaal een halvering van de hoeveelheid chemie wordt bereikt en dat daarmee ook maar de helft van het ‘gangbare’ aantal werkzame stoffen wordt ingezet. “De proef gaat dus écht wel ergens over, zéker wanneer blijkt dat we hier in de praktijk – onder verschillende weersomstandigheden – goed mee uit de voeten kunnen. Het is nu nog veel te vroeg voor conclusies, maar áls deze proef slaagt dan hebben we zeker een mooie basis om verder op te bouwen”, zo stelt hij.
Tegenover deze ‘vergroeningsslag’ staat echter dat het schema (vooralsnog) minder bewezen zekerheid biedt tegen schimmels en dat het wat duurder is. Bovendien moet er al gauw een keer of vijf vaker gespoten worden vanwege de iets kortere intervallen. Dit laatste is volgens de adviseur meteen weer een heikel punt met betrekking tot de beeldvorming. “Mensen buiten de sector zien vooral dat we nog vaker met de spuit in de weer zijn. Dat dit juist leidt tot minder milieubelasting zullen we goed moet communiceren”, zo stelt hij.
Lees verder onder foto
Groene bouwstenen
Over het (mogelijke) eindresultaat van het groene schema durven beiden nog niet zoveel te zeggen. “We zijn amper twee maanden onderweg weg en de meest gevoelige periode – augustus, september – moet nog komen. Bovendien hebben we nog niet zoveel significante data waar we eventuele conclusie op kunnen baseren. Die komen er trouwens wel aan, onder andere in de vorm van residu-proeven waarvoor we elke veertien dagen vruchten verzamelen en bij Eurofins laten analyseren”, vertelt Schellekens.
Volgens Van den Hurk is de proef feitelijk al geslaagd als het groene schema dit seizoen overeind blijft. Maar ook als het (gedeeltelijk) niet lukt, is dat waardevolle informatie, zo stelt hij. “Waar het om gaat is dat we voorbereid zijn op een tijd dat we als sector groener móeten telen. Met de resultaten van deze proef hebben we hoe dan ook weer wat groene bouwstenen in handen.”
Schellekens hoopt dan ook dat de proef de komende jaren wordt voortgezet, vooral om meer data te kunnen genereren. “Dit schema is een eerste stap – waar we ongetwijfeld nog heel veel zaken aan bij moeten stellen. Voor een stabiel, weerbaar en volhoudbaar groen schema hebben we meerdere seizoenen nodig. Het zou jammer zijn als we het alleen bij deze aanloop zouden laten”, zo besluit ze.
Amistar® is een geregistreerd handelsmerk van Syngenta
Vacciplant® is een geregistreerd handelsmerk van UPL