Strengere CO2-afspraken met de glastuinbouw leiden tot mogelijk 1.900 hectare extra areaalkrimp. Glastuinbouw Nederland wijst strengere CO2-doelen af.
De overheid voert momenteel een zogenoemd Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) uit om aanscherpingen van haar CO2-beleid mogelijk te maken. Dat is nodig om de ambitie van het kabinet voor 2030 waar te maken en te sturen op 60% CO2-reductie in 2030.
20 procent krimp
In het rapport Aanvullend Klimaatbeleid 2030 van CE Delft, Berenschot en Kalavasta wordt een concrete vraag gesteld. “Hoeveel zouden de glastuinbouw en de rundveestapel moeten krimpen indien we daarmee de resterende opgave van 4 Mton willen invullen?”
Het antwoord is ook concreet, maar nattevingerwerk, stellen de onderzoekers. Beide sectoren zouden ongeveer 20 procent moet krimpen. Aan dat cijfer kleven veel onzekerheden. Dat is namelijk berekend op basis van de uitstoot van bedrijven in 2021 en maakt geen onderscheid tussen intensieve teelt of koudere gewassen. Als de krimp bij de meest intensieve teelten plaats zou vinden, kan een areaalkrimp van minder dan duizend hectare volstaan.
Vasthouden aan afspraak
Glastuinbouw Nederland wijst op bestaande afspraken en afgesproken doelen. Van een aanscherping kan geen sprake zijn. “Als het aan ons ligt, houden we gewoon vast aan de huidige afgesproken doelen en rekenen we het CO2-sectorsysteem daarnaartoe”, stelt een woordvoerder van voorzitter Adri Bom-Lemstra. Zij verwacht dat het kabinet niet zomaar akkoord gaat met aanscherping van de doelen. “Het in het glastuinbouwconvenant afgesproken klimaatdoel 2030 is al 0,5-1,0 Mton extra ten opzichte van het coalitieakkoord. Vorige week begrepen wij van de betrokken ministers dat zij dat gelukkig ook inzagen en dat zij daar blij mee zijn. Weer een extra verscherping van het klimaatdoel lijkt ons inziens dus niet erg reëel en nodig.”
Daarnaast neemt het interdepartementaal beleidsonderzoek niet alle maatregelen voor glastuinbouw mee in de doorrekening, stelt Glastuinbouw Nederland. “Dat is precies waar het glastuinbouwconvenant wel op ingaat. Bijvoorbeeld het nieuwe CO2-sectorsysteem vanaf 2025. Dat gaat het afgesproken doel gewoon borgen.”
WKK wordt minder belangrijk
De onderzoekers van CE Delft wijzen bovendien op zwakheden in het bestaande rekenmodel met toekomstverwachtingen voor glastuinbouw. Zo wordt nu voor glastuinbouw rekening gehouden met een te groot belang van wkk. Die draaien in 2030 minder uren, denken de onderzoekers, doordat stroom vaker goedkoop zal zijn als het van zon en wind komt. Terugleveren is voor tuinders dan niet aantrekkelijk. Bovendien is er nog meer winst te halen op gebied van het programma Kas als Energiebron, stellen de onderzoekers. Dat beoogt te verduurzamen door een mix van vraagbeperking, zuiniger telen en inzet van andere energiebronnen.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft in de rekenmodellen voor de glastuinbouw ook te weinig effect ingetekend van gericht beleid, vinden de onderzoekers. De besparingen in de glastuinbouw zijn bijzonder prijsgevoelig, zoals blijkt in de afgelopen periode van hoge prijzen. De restopgave zou voor de glastuinbouw kan daardoor kleiner uitvallen als het nieuwe individuele CO2-sectorsysteem voldoende scherp wordt uitgewerkt. De onderzoekers noemen een afnemend aantal CO2-rechten voor de sector richting 2030.
Geen goedkope oplossingen
De maatregelen voor de extra emissiereductie zitten al in de pijplijn. Per 2025 wordt voor de glastuinbouw een fiscale heffing op gasverbruik voorbereid. Daarmee wil de overheid borgen dat de broeikasgasemissies van de glastuinbouw in 2030 naar 4 Mton zijn gedaald. Deze maatregel kost de glastuinbouw echter een veelvoud van wat was gedacht. Het idee dat in de glastuinbouw relatief goedkoop CO2-winst geboekt kan worden, lijkt daarmee niet juist.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/