“Er staat een super-generatief gewas, maar je kunt je afvragen of het niet wat té generatief is”, zegt Peter Boekestijn in De Lier deze week. Hij teelt het ras Beyoncé dit jaar voor het eerst op onderstam Emperador in plaats van Maxifort (plantdatum 14 december). “Het is een wereld van verschil, zien we nu al.”
“We moeten alleen maar op groei en nog eens groei werken. Als dat lukt dan voorzie ik een jaar met een topproductie, maar we moeten het gewas nu eerst even helpen om sterk te worden. Want wat hij in de kas ziet, bevalt me maar ten dele. In de warmste hoeken van het bedrijf, circa 10 procent van de oppervlakte, zijn er planten die achterblijven en een beetje chlorotisch blad hebben. We knippen van die planten zelfs de 175-ers af om ze weer te laten bijkomen. Want een plantbelasting van 15 vruchten per vierkante meter is onder deze omstandigheden aan de hoge kant. Ik ben niet bang dat ze daardoor uit balans raken, want de zetting gaat bijna vanzelf. Bij een zwaar gewas op Maxifort zie je onder deze omstandigheden veel eerder bloemen eraf vallen. Dat de onderstam de oorzaak is, weet ik omdat een collega-aubergineteler hetzelfde ziet bij een proefpaadje met onderstam Emperador tussen Maxifort.
Op kracht telen
Er zit niets anders op dan het klimaat en de watergift te sturen op de 95 procent goede planten. We verspelen wel wat wortels bij de zwakke planten omdat de mat snel te nat wordt. Om op kracht te telen gaat het scherm in de voornacht (15,5 graden tot 21.30 uur) niet dicht. Daarna wordt met dicht scherm opgestookt naar de nachttemperatuur van 20 graden, met 2 graden per uur. We proberen ze door een hoge nachttemperatuur goed aan de groei te houden. In de ochtend wordt gelucht op 20 tot 21 graden. Bij mooi weer mag de kastemperatuur oplopen tot 27 graden om 15 uur en daarna met de ramen dicht nog 3 graden meer. Gemiddeld groeit het gewas nog steeds erg goed, 10 tot 15 centimeter per week. CO2 komt nog volledig van Ocap. De ramen gaan nog niet veel open dus het is veiliger zuivere CO2 te gebruiken. Door de generatieve inslag is de vroege productie gigantisch. We hebben in week 12 al meer dan 5 kilo per vierkante meter weg, ruim 0,5 kilo meer dan vorig jaar met dezelfde plantdatum.
Groenteteler kan niet zonder Macrolophus
Door de vroege aantasting zijn we al weken in gevecht met de kaswittevlieg. We hebben erg veel vangplaten opgehangen en beestjes uitgezet. Het aantal haarden was zelfs opgelopen tot 80. Maar eind week 11 konden 60 van de 80 gele signaleringsclippen weggehaald worden. Die hangen we op als we echt zware haarden signaleren. Per bloem komen we nu 10 tot 15 swirskii-roofmijten tegen. Van jonge Macrolophus zien we er soms wel 5 op een blad en de wittevliegpoppen waren begin vorige week voor 75 zwart door parasitering. Voor het zover was is er heel wat biologie ingebracht: gedurende minimaal 6 weken 3 Encarsia-sluipwespen per vierkante meter en een halve Macrolphus volvelds en nog een kwart in de haarden. We hebben er veel herrie aan gehad, maar dit is de enige manier om het aan te pakken. Elke groenteteler die denkt dat hij het zonder Macrolophus kan, moet zich voorbereiden op het moment dat het faliekant fout gaat. De kans op mucor is veel minder groot dan de kans dat de plagen uit de hand lopen door het gebrek aan middelen.”
Tekst Gerard Boonekamp