“In juni was de kwaliteit van de tomaten wisselend. Door een pythiumaantasting hadden we wat zachte vruchten”, zegt Rick van Schie van tomatenbedrijf Fa. L.A. van Schie in Kwintsheul.
“Juni was een behoorlijk uitzonderlijk goede maand, zelfs boven verwachting. We hebben iedere week 3 kilo geoogst. Dat was ook hard nodig, omdat de plantbelasting heel hoog was door de noordenwind in de maanden ervoor. Het mooie en warme weer in juni zorgde ervoor dat de tomaten er achter elkaar vlot vanaf kwamen.”
Verhoging concentratie waterstofperoxide
De pythiumaantasting is bestreden door voor het druppelwater de dosering van waterstofperoxide in de mengbak zodanig te verhogen dat er 25 ppm wordt gemeten. In het schone drainwater heeft de teler ook waterstofperoxide tot wel 15 ppm meegedoseerd. “Het doel was om hiermee te bereiken dat we de waterstofperoxide bij de eerste druppelbeurt in de laatste druppelaar konden meten. Dit alles om te zorgen dat de leidingen schoon waren. De waterontsmetter laten we ook zo zacht mogelijk draaien voor een betere ontsmetting.”
De Pythium is ook bestreden door twee keer Previcur Energy mee te druppelen. De aantasting is nog niet weg.
Minder water geven
Bovendien is er minder water gegeven om de Pythium te bestrijden. Normaal wordt er tussen de 2,5 en 3 keer op instraling gedruppeld; nu is dat tussen de 2 en 2,5 keer. “Door minder water te geven, blijft er meer zuurstof in de mat. Door pas 3 tot 3,5 uur na zonsopkomst te beginnen met water geven stimuleren we maximaal de aanmaak van nieuwe haarwortels. De uitdaging zit dan wel in voldoende drain realiseren. Daarnaast hebben we ook geprobeerd om in de laatste twee weken van juni koeler en zoveel mogelijk op kracht te telen. ’s Avonds hebben we zover mogelijk teruggekoeld naar de buitentemperatuur van 18 tot 19 graden Celsius.”
Gewas goed in balans
“Ondanks alles staat het gewas goed in balans en voldoende generatief. Door het klimaat, de piek in de meeldauwaantasting, Phytium en pleksgewijs witte vlieg lopen we 3 kg/m2 achter in productie.”
Het gewas heeft in de laatste week van juni tot begin juli meer koploze planten. “Normaal gebeurt dat al rond tros 9, maar waarschijnlijk nu nog een keer door hoge plantbelasting en veel licht.”
Halverwege juli komen er meer dubbele trossen, die met indraaien worden gesnoeid of weggehaald. “Dat is aardig gelukt, want anders hebben we kleine tomaatjes doordat de trossen niet goed uitgroeien.”
Vanwege het natte en koude weer in juli is de minimumbuis van 2.00 tot 6.00 uur verhoogd van 35 naar 40 graden om door invloed van buitentemperatuur een botrytisaantasting voor te zijn. Mede door het mindere weer is de EC-waarde van 2,5 naar 3 opgeschroefd om het gewas zo hard en stug mogelijk te maken.
Toename meeldauw door weinig zwavelen
In mei constateerde de teler een minder goede biopopulatie. Hierdoor is er weinig gezwaveld om natuurlijke vijanden niet in de weg te zitten. Daardoor is ook echte meeldauw door de tuin verspreid.
Voor de tweede keer is toen met Luna gedruppeld. Dit had nauwelijks effect. Vervolgens is met Signum gespoten en resultaat is goed. “We proberen het nu onder controle te houden door één dag in de week zwavel te stuiven en dat werkt best goed.”
Macrolophus is in week 26 exponentieel toegenomen. “Elk probleem met spint, witte vlieg en rups is hierdoor opgelost. Dat gaat goed. Maar in week 28 was er zelfs Macrolophus-schade op de bloemen. We hopen dat er weer een evenwicht ontstaat in de kas.”
Auteur: Harry Stijger