Vakkennis en daarmee kennisontwikkeling worden steeds belangrijker nu de akkerbouw in een minder bedrijfszeker systeem terecht komt. Grootste oorzaken zijn het slinkende middelenpakket en het grillige weer. LTO heeft een plan.
Meer doen met minder middelen. Dat geluid blijft aanzwellen onder druk van omstandigheden, afnemers en maatschappij. Teelten komen in de knel. De noodzaak om te veranderen is aan alle kanten voelbaar. De brede weersverzekering is achtervang met haken en ogen. Beter is het om het probleem bij de kop aan te pakken en te anticiperen. De akkerbouw moet robuuster worden om zich te kunnen beschermen tegen invloeden van buitenaf. Invloeden als het krimpende gewasbeschermingsmiddelenpakket en weersextremen. Een duurzaam teeltsysteem geeft een stevige basis in de teelt. Planten die groeien in een gezonde bodem kunnen meer hebben.
Integrale aanpak
De sector robuuster maken, vereist een integrale aanpak. Daarvoor heeft LTO een uitvoeringsprogramma plantgezondheid 2030 opgesteld. Hierin wordt samen met andere partijen gezocht naar een weerbaar teeltsysteem. Sectoren geven hierin hun eigen invulling, zoals de Brancheorganisatie Akkerbouw met het Actieplan Plantgezondheid.
In het beoogde weerbare teeltsysteem hebben ziekten en plagen minder kans om toe te slaan en wordt de noodzaak om bij te sturen in de teelt tot het minimum beperkt.
Sectoren geven eigen invulling, aansluiten op LTO-plan
Het uitvoeringsprogramma plantgezondheid 2030 is een parapluplan dat LTO voor de plantaardige sectoren heeft opgesteld. De sectoren geven op eigen wijze invulling aan het plan, zoals Brancheorganisatie Akkerbouw voor de akkerbouwsector met het Actieplan Plantgezondheid.
En de bloembollensector stoomt zich op soortgelijke wijze klaar voor de toekomst met de visie Vitale Teelt 2030, aangejaagd door de KAVB.
Een deel van de speerpunten in die sectorplannen komen tegemoet aan de wens in de visie van minister Schouten van LNV om meer kringlooplandbouw te bedrijven.
Veel akkerbouwers zijn al met de omslag begonnen, maakte de BO Akkerbouw-voorzitter Dirk de Lugt onlangs duidelijk. “Gedreven door hun eigen motivaties. Met die mooie voorbeelden bouwen we verder, waarbij nieuwe ideeën en initiatieven welkom zijn, ook van andere bedrijven en organisaties die willen meewerken.” Retail en levensmiddelenindustrie tonen volgens De Lugt bereidheid mee te werken aan de omslag en de daarbij vereiste verdienmodellen.
Minder bedrijfszeker
Feitelijk is het verduurzamen, maar dat woord wekt bij menigeen een allergische reactie op. Joris Baecke, LTO-bestuurder voor Plantgezondheid en zelf ook akkerbouwer, begrijpt dat wel. “Een weerbaar teeltsysteem gaat niet vanzelf, het is in het begin niet zo bedrijfszeker als vroeger. Het is lange termijn denken. Ik onderschat het zeker niet. Het zal ons wat kosten voor we het in de vingers hebben.”
Daarom is het zo belangrijk om alle partijen hierin mee te krijgen, legt Baecke uit. Overheid, gewasbeschermingsindustrie, erfbetreders zoals als adviseurs, kennisorganisaties, maatschappelijke organisaties en ketenpartijen. “Het is een gezamenlijke actie. We moeten versneld beschikking krijgen over de middelen voor een duurzame teelt. Er moet geïnvesteerd worden in ontwikkelingen als groene gewasbescherming en moderne veredelingstechnieken. Als we er met z’n allen voor gaan, leidt dit tot teeltverbetering in de plantaardige sectoren. Ook in lastige jaren kom je met weerbare planten tot goede kwaliteit.”
€ 120 miljoen voor 5 jaar
Een subsidieaanvraag voor € 60 miljoen over 5 jaar ligt bij de politiek. Nog eens € 60 miljoen moet uit de sector zelf komen; het agrarisch bedrijfsleven. “De omslag naar een weerbaar teeltsysteem maken we niet voor de hobby, het is een must. We worden met onze neus op de feiten gedrukt”, onderstreept Baecke de noodzaak van het programma plantgezondheid. “Uiteindelijk levert het ons een verbetering van de bodemgezondheid op en dus teeltoptimalisatie. En we komen tegemoet aan de wensen van de maatschappij. Duurzaam geteeld product moet worden beloond, want tot die tijd blijven we concurreren op kostprijs.”
Krap middelenpakket
Het middelenpakket wordt erg krap, terwijl de eisen aan producten toenemen. Deels gaat dit hand in hand; als het middelen betreft die tegemoet komen aan eisen ten aanzien van residuen in producten. Maar er zitten ook teelten in de knel, weet Baecke. “Ziektebestrijding en loofdoding in de pootgoedteelt”, noemt hij als voorbeeld. “Phytophthoraresistente aardappelrassen zouden bijvoorbeeld een uitkomst zijn, maar zover zijn we nog niet.”
Uitdagingen voor bloembollensector
In de sierteelt zit de chrysantenteelt in de knel en in de fruitsector zitten telers van appels en peren met hoofdbrekens. Ook de bloembollensector staat voor uitdagingen. “Doordat er meer middelen af gaan dan bijkomen en er ook geen nieuwe werkzame stoffen in de pijplijn zitten, zijn de zorgen over plantgezondheid groot. Tegelijkertijd zal de markt altijd topkwaliteit blijven eisen. Als we zo doorgaan als nu, verdwijnen teelten die voor de Nederlandse economie belangrijk zijn.”
Lees ook: LTO geeft gas in plantgezondheid
3 sporen in uitvoeringsprogramma plantgezondheid
Gezonde planten
Gezonde leefomgeving
Gezonde markt