Als CO2-levering aan de glastuinbouw niet is geregeld, krijgt de sector met zijn energietransitie een groot probleem. Dat stelt Jacob Limbeek, directeur van Ocap.
De levering van CO2 aan de glastuinbouw is in de toekomst allerminst zeker. Ocap probeert nieuwe bronnen te vinden, maar het is al moeilijk om de huidige bronnen te behouden. “Het is meer een kwestie van prioriteiten dan van geld”, denkt Jacob Limbeek, directeur van Ocap. “De overheid zou hier meer regie in moeten nemen.”
Wat betekent de hoge gasprijs voor de beschikbaarheid van CO2?
“CO2 is een krappe markt, helemaal nu bijvoorbeeld sommige fabrieken die ammoniak produceren hun productie hebben teruggeschroefd. Ocap krijgt CO2 geleverd van Shell en Alco op basis van langdurige contracten. Dat zijn andere chemische processen die gewoon doorlopen. De invloed op de aanbodkant is voor ons dus beperkt. Dat geldt ook voor de vraag. Een aantal kwekers neemt maatregelen, zoals uitstel van de teeltwisseling, en een enkeling stopt er tijdelijk mee. Zij hebben dus minder CO2 nodig. Anderen hebben juist meer CO2 nodig, omdat ze minder aardgas gaan gebruiken. Onder de streep zal de vraag ongeveer hetzelfde zijn.”
En wat betekent het voor de prijs?
“Voor Ocap zit het grootste effect in de hogere prijs van de stroom die nodig is voor de compressie. Dat is een substantieel deel van onze kostprijs. Op dit moment heeft dit nog geen gevolgen voor de prijs die we rekenen aan telers. Dat kan anders worden als de energieprijs langdurig hoog blijft.”
Hoe staat het met de uitbreiding van Ocap?
“Onlangs hebben we PrimA4a aangesloten. Voor de aansluiting van Aalsmeer lopen nu vergunningstrajecten en wijzigingen in de bestemmingsplannen. De aftakking van de hoofdleiding loopt van Nieuw-Vennep via Hoofddorp naar Aalsmeer en wordt een kilometer of vijf lang. We hopen daar volgend jaar mee te beginnen. We krijgen daarvoor € 4 miljoen steun van de provincie Noord-Holland. Er zijn nog meer gebieden waar we naar toe willen, zoals Tinte-Vierpolders en Noukoop bij Nootdorp. Of dat lukt, hangt af van onder meer de hoeveelheid CO2 die we hebben. De uitbreiding naar Aalsmeer was bijvoorbeeld mogelijk omdat Shell en Alcoa meer zijn gaan leveren. Alle nieuwe uitbreidingen hangen samen met verduurzaming, zoals geothermie. Algemeen wordt de beschikbaarheid van externe CO2 van bijvoorbeeld Ocap gezien als een basisvoorwaarde voor verduurzaming in de tuinbouw. We kijken ook of we zelf vloeibare CO2 kunnen produceren, voor gebieden als Andijk en de Bommelerwaard.”
Overigens hebben we een constructieve samenwerking met Shell.
Is de levering van CO2 in de toekomst veilig gesteld?
“In het klimaatbeleid wordt het belang van CO2-levering genoemd als randvoorwaarde voor verdere verduurzaming van de glastuinbouw. Voor de industrie wordt het echter gunstiger om CO2 gesubsidieerd op te slaan in het CCS-systeem in de zeebodem, omdat ze dan geen emissierechten hoeven te betalen. Bij levering aan de glastuinbouw betalen ze die emissierechten wel. We zijn nu hard aan het lobbyen, in de eerste plaats om de CO2 die we van Shell geleverd krijgen te behouden. Daarna hebben we nog extra CO2 nodig om verder te kunnen uitbreiden.”
Hoe blijft die levering van Shell behouden?
“De overheid ziet de combinatie van levering aan de glastuinbouw en CCS als de gewenste oplossing. Uit de innovatiepilot van eerder dit jaar is gebleken dat we de CO2-voorziening kunnen veiligstellen met een administratieve verrekening. In de winter houdt Alcoa biogene CO2 over, die vrij is van emissierechten. Die CO2 kunnen we opslaan in het CCS-systeem. In de zomer kunnen we die dan uitwisselen met CO2 van Shell door die te gebruiken in de glastuinbouw. Deze uitwisseling werkt hetzelfde als groene stroom. Op die manier heeft iedereen zijn zin: Shell kan nog steeds CO2 onder zee opslaan en vermijdt daarmee uitstoot. Ocap kan maximaal CO2 van Alco gebruiken. Dit is een blauwdruk om straks breder toe te passen op andere bronnen. Zoals het nu is bedacht, dekt het echter nog niet de huidige levering door Shell en Alco. Overigens hebben we een constructieve samenwerking met Shell. Samen met Glastuinbouw Nederland hebben zij ervoor gezorgd dat de overheid stappen is gaan zetten.”
Vloeibare CO2 is compacter op te slaan, maar ook dat is kostbaar en vraagt veel energie
Welke stappen gaat de overheid zetten?
“De minister denkt dat deze blauwdruk past binnen de Europese regelgeving. Dit moet nog wel worden gecheckt in Brussel. Dit is een belangrijke stap, en daar zijn we erg blij mee, maar de volgende vraag is of het technisch en economisch gaat passen met Porthos, dat het CCS-systeem gaat ontwikkelen. Dat lijkt eenvoudiger dan het is. De tuinbouw heeft een beroerde spreiding in het gebruik van CO2 over de dag en over de seizoenen. De hoeveelheden vliegen alle kanten op, terwijl voor opslag onder zee een constante aanvoer van CO2 het beste is. We denken dat hier technisch wel een mouw aan is te passen. Volgens mij is dat meer een kwestie van willen dan van kunnen.”
Uiteindelijk draait toch alles om geld?
“In dit geval niet. Partijen zijn onder druk van ETS en CO2-heffing natuurlijk volledig gefocust op CCS. Hergebruik in de tuinbouw staat niet bovenaan hun lijstje. We hadden meer verwacht van de overheid. Die zou de regie moeten nemen en zeggen dat de combinatie van CCS met de levering aan de glastuinbouw een verplicht onderdeel is in het complete systeem. Dat betekent dat seizoenopslag mogelijk moet zijn. Dat missen we nu. Nu zegt de overheid: wij zijn de smeerolie, maar de markt moet het zelf oplossen. Het klimaatbeleid is complex met veel wet- en regelgeving vanuit verschillende ministeries, subsidies en emissiereductiedoelstellingen per sector. Samenwerking tussen sectoren wordt hierdoor erg ingewikkeld en we moeten oppassen dat de glastuinbouw niet tussen wal en schip raakt. Prioriteiten spelen dan meer dan geld.”
Het lijkt me ook een kwestie van buffering. Kan Ocap dat niet zelf oplossen?
“Dag- en nachtschommelingen kunnen we met eigen buffering oplossen. Het zit in onze plannen om die buffering verder uit te bouwen. Een grootschalige, seizoensmatige buffer wordt echter te kostbaar. Vloeibare CO2 is compacter op te slaan, maar ook dat is kostbaar en vraagt veel energie. Seizoensmatige opslag moet daarom worden ingebouwd in CCS. In de Kamerbrief staat dat de overheid bereid is om een deel van de extra kosten daarvoor af te dekken.”
Helaas gaan we met elke stap vooruit ook weer een halve stap terug
Waar moet de groei van CO2-bronnen vandaan komen?
“Voor groei zoeken we naar CO2-bronnen van biogene oorsprong, omdat die vrij zijn van emissierechten. Die bronnen vind je bijvoorbeeld bij afvalenergiebedrijven. Die bedrijven zien dat ook zitten. Vanaf 2012 zijn we al in kaart aan het brengen wat daarvoor nodig is. Het is technisch mogelijk en we weten wat het kost. Het is echter wel veel duurder om CO2 uit rookgassen te zuiveren. Zonder subsidie is dat veel te duur. Ondertussen zijn in de SDE++ categorieën gekomen die dat mogelijk maken. De zomer-winteruitwisseling gaat werken voor de afvalenergiebedrijven die aan het Ocap-netwerk leveren. Dit heeft de overheid in de brief aan de Tweede Kamer bevestigd en samen met de SDE++-subsidie voor afvang en levering aan de tuinbouw zijn dat belangrijke stappen en dus goed nieuws.
De overheid heeft de ambitie heeft om maximaal 9,7 megaton per jaar gesubsidieerd onder zee op te slaan. Dat is om te voorkomen dat het CCS oneindig kan groeien, om te voorkomen dat het een permanente fossiele oplossing is en dat het hele SDE-budget daarnaartoe gaat. De glastuinbouw heeft uiteindelijk 2 megaton extra nodig samen met besparing en duurzame energie om fossielvrij te kunnen worden en zo ongeveer zes megaton uitstoot te besparen. De overheid heeft die 2 megaton genoemd in het Klimaatakkoord en het belang van CO2-levering voor de energietransitie in de glastuinbouw nog eens bevestigd in de Kamerbrief van vorig jaar. Dat is een flinke stap vooruit. Helaas gaan we met elke stap vooruit ook weer een halve stap terug.”
Wat is die stap terug dan?
“De emissie van afvalenergiebedrijven bestaat voor twee derde uit biogene en voor een derde uit fossiele CO2. De overheid heeft bedacht dat afvalenergiebedrijven over het fossiele deel CO2-heffing moeten betalen, alhoewel ze niet in het Europese emissiehandelssysteem zitten. Daarmee worden de bedrijven gedwongen om hun emissie terug te brengen. Verbranding van afval is echter moeilijk te verduurzamen. Het enige alternatief is storten, maar dat wil niemand. Deze bedrijven willen daarom hun CO2 eveneens naar het CCS brengen. Ook hiervoor is het essentieel dat er een goede combinatie komt tussen levering aan de glastuinbouw en CCS met voldoende flexibiliteit om CO2 met CCS op te kunnen slaan als de glastuinbouw het niet kan gebruiken.”
De emissierechten zijn nu zo duur dat veel partijen zoeken naar de CCS-oplossing.
Kunnen afvalenergiebedrijven wel CO2 onder zee opslaan? Die liggen toch niet aan de kust?
“Er zijn twee grote afvalenergiebedrijven die wel aan een Ocap-netwerk liggen en zo ook aan het CCS systeem kunnen leveren. Grote fossiele uitstoters buiten het Ocap- en Porthos-netwerk gaan de CO2 waarschijnlijk vloeibaar naar zee brengen, en vervolgens naar het CCS. Het kost veel energie om de CO2 te comprimeren en te vervoeren. Daarvoor moeten speciale schepen worden gebouwd, die zijn er nu nog niet.”
Wat gaat er gebeuren met de prijs van CO2?
“In de toekomst wordt de CO2-prijs meer gekoppeld aan de spark spread. Bij een hoge spark spread is een lage CO2-prijs nodig om concurrerend te blijven. Daardoor zal de CO2-prijs meer gaan fluctueren dan nu. Dat hoeft niet erg te zijn, want de onrendabele top wordt vergoed door de SDE++-subsidie.”
Welk effect hebben de hoge CO2-emissierechten daar nog op?
“De emissierechten zijn nu zo duur dat veel partijen zoeken naar de CCS-oplossing. Dat is de grootste reden dat wij zoeken naar biogene bronnen.”
Komt het goed met de levering van CO2 aan de glastuinbouw?
“Het moet goed komen. Anders heeft de energietransitie een groot probleem.”
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/