De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) legt per 2025 geen maatregelen meer op aan tomatenbedrijven met ToBRFV-besmetting of verdenking. Het is vrijwel zeker dat de uitroeiplicht verdwijnt uit Europese regels. De toezichthouder had in de praktijk al toezicht afgeschaald bij besmette bedrijven die overstapten op resistente rassen.
In 2019 werd het Tomato Brown Rugose Fruit Virus (ToBRFV) voor het eerst vastgesteld in Nederland. Dit virus heeft zich in korte tijd snel verspreid naar meer dan 60% van het totale Nederlandse teeltareaal aan tomaten, stelt de NVWA in een bericht over de versoepeling van de maatregelen. De NVWA had er de handen aan vol om de bedrijven te controleren en pleitte al in 2022 in Europa voor het versoepelen van de maatregelen, omdat het virus niet valt uit te roeien.
Geen uitroeiingsplicht
Vorige week koos een meerderheid van de Europese lidstaten er dan eindelijk voor de noodmaatregelen voor ToBRFV te beëindigen en het virus per 1 januari 2025 te classificeren als een RNQP (regulated non-quarantaine pest). Bij deze status geldt voor het virus geen uitroeiingsplicht.
Tomatenteler Leo van der Lans is blij met de stap. Hij pleitte er al eerder voor. De praktijk heeft deze stap wel een beetje ingehaald. “Wij hebben al resistente rassen. Het probleem is grotendeels opgelost. Je moet superschoon zijn, maar dat waren we al, misschien nu nog wel iets meer. Er zijn natuurlijk ook nog bedrijven zonder resistent ras, maar ze hebben ook bij NVWA nog heel veel andere taken te doen.”
Maatregelen teeltbedrijven opgeschort
Teeltbedrijven met een besmetting worden straks niet meer geregistreerd. Ook vervalt voor teeltbedrijven de meldingsplicht als een besmetting voordoet. Het toezicht op het naleven van de opgelegde maatregelen verdwijnt dus ook bij bestaande besmette bedrijven. Naleving van deze maatregelen en goede bedrijfshygiëne blijft een eigen verantwoordelijkheid van de teeltbedrijven, schrijft de NVWA. Bij een verdenking van ToBRFV op geïmporteerd zaad, blijft die meldingsplicht wel bestaan.
Resistentie-onderzoek makkelijker
René van der Vlugt, senior onderzoeker plantenvirologie bij Wageningen UR, verwacht dat lidstaten onder die nieuwe regels nog veel eigen ToBRFV-beleid zullen blijven voeren. Ook is het interessant wat het Verenigd Koninkrijk zal doen. Dat land neemt eigen besluiten na de brexit. ToBRFV-maatregelen verdwijnen dus niet helemaal. “Er blijven nog veel regels, zoals verplichte zaadtoetsing en het zal echt niet zo zijn dat een zwakke stam straks vrijelijk kan worden verspreid.” Een lichtpunt is wel dat onderzoek naar resistentie makkelijker wordt. “We zijn verbonden aan een heel groot internationaal onderzoeksproject genaamd Vertigation dat zich richt op resistentiemechnismen. Dat was voor ToBRFV best lastig met hele strenge regels voor uitwisselen van materiaal. Dat wordt nu makkelijker.”
Van der Vlugt wijst erop dat resistentie niet de volledige oplossing is en dat verder onderzoek belangrijk blijft. “Hoe dan ook worden de huidige resistenties een keer doorbroken. Het is daarom niet de enige oplossing. Het virus is natuurlijk niet weg. Dat is nu wijd verspreid.”
Toezicht op uitgangsmateriaal
De NVWA geeft het toezicht voor ToBRFV nu over aan Naktuinbouw, dat verantwoordeljik is voor aanpak van plagen met die lagere RNQP-status. Naktuinbouw zal daarmee vooral toezicht houden op de zaadproductie en vermeerderingsbedrijven. Ook hier blijven regels gelden. Al het uitgangsmateriaal, ongeacht de herkomst, moet nog steeds bewezen vrij zijn van ToBRFV voor het in de EU wordt verkocht. Voor groenteplanten blijft de eis gelden dat er gebruik moet worden gemaakt van zaad dat getoetst is en vrij is bevonden van ToBRFV.