Een groot aantal besmettingen met het wortelknobbelaaltje zorgt ervoor dat de NVWA niet extra inzet op de aanpak van het tomatenvirus ToBRFV.
Dat stelt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) desgevraagd. In februari kondigde NVWA aan extra maatregelen te nemen tegen hogere virusdruk op tomatenbedrijven die een niet-toegestaan ToBRFV-vaccin gebruiken. Die aandacht is er niet gekomen. “We zijn geconfronteerd met een groot aantal besmettingen met het wortelknobbelaaltje Meloidogyne enterolobii. De aanpak van dit Q-organisme vergde dusdanig veel capaciteit, dat we noodgedwongen ervoor hebben moeten kiezen om alleen onze reguliere werkzaamheden bij een ToBRFV-besmetting uit te voeren.”
Plantgezondheidsdiensten zijn verplicht zich in te zetten om Q-organismen uit te roeien. De Europese Commissie ziet ook ToBRFV als een Q-organisme gezien. NVWA zelf denkt dat die status niet houdbaar is, omdat het virus niet meer valt uit te roeien. Dat is overigens niet de verklaring voor lagere prioriteit voor die extra maatregelen.
Weer extra inzet op TOBRFV in najaar
NVWA kan nu niet zeggen of het gebruik van het verboden middel is afgenomen. Dit najaar verwacht NVWA wel weer toe te komen aan extra toezicht en handhaving. Vaccins worden doorgaans ingezet op uitgangsmateriaal. Of dat betekent dat NVWA zich richt op belichte teelt is niet duidelijk.
Ook kondigde NVWA in februari aan een nieuw strafrechtelijk onderzoek te starten naar de fabrikant van het middel. Over voortgang in dit onderzoek kon NVWA ook geen informatie geven.
Lichte toename TOBRFV-besmettingen
Binnenkort publiceert NVWA nieuwe cijfers over het aantal bestemmingen op tomatenbedrijven in Nederland. “We zien dat er nog steeds nieuwe besmettingen met ToBRFV zijn, al is de toename gering.” Op korte termijn zet de dienst een nieuw overzicht op zijn website.