NVWA onderzoekt maatregelen om Afrikaanse fruitmot beter te weren

De NVWA onderzoekt welke maatregelen mogelijk zijn en wat de consequenties zijn voor de handel. Die stap volgt op een analyse van de Europese voedselveiligheidsorganisatie Efsa over het risico van invoer van de Afrikaanse fruitmot door rozenimport. Deze fruitmot is gevaarlijk voor verschillende glasgroenteteelten, is een q-organisme en moet dus bestreden worden. Door opwarming kan de mot mogelijk ook in steeds meer gebieden buiten kassen vruchten aantasten.

In de glasgroentesector is de Afrikaanse fruitmot een lastig dossier. Zo stelden de Verenigde Staten in 2021 al extra eisen voor de mot. Sindsdien is de controle op de mot uitgebreid en worden Nederlandse teeltlocaties voor paprika gecontroleerd vóór de export naar de Verenigde Staten.

1 op 435 ontsnapte motten paart ook

Recent gaf de Europese voedselveiligheidsorganisatie Efsa aan dat er een mogelijk risico is op introductie van de fruitmot in de EU via rozen. Die conclusie is opvallend, omdat in Nederland zeer frequent partijen snijrozen worden aangetroffen met deze mot. De Efsa keek echter naar de kans dat de mot zich in Europa vestigt. Dan wordt deze reëel geacht. De Efsa denkt dat jaarlijks tussen de 44.000 en 149.000 motten ontsnappen uit geïmporteerde bossen rozen. Als dat in een gebied gebeurt rond de Middellandse Zee zal elke 1 op 435 ontsnapte motten ook een mot vinden waarmee gepaard wordt. Dat acht de Efsa als een bestaanbare mogelijkheid op vestiging van een populatie van dit q-organisme. Of de Spaanse teelt meer risico loopt op de fruitmot wordt uit de analyse niet duidelijk. Het mogelijke vestigingsgebied van de mot is van het noordwesten van Spanje tot aan de Middellandse zee.

De stap heeft geen invloed op de Nederlandse import van paprika of citrus, waar de Afrikaanse fruitmot ook op wordt aangetroffen. Daarvoor zijn vorig jaar maatregelen in Nederland verscherpt.