De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) heeft geen capaciteit om een echte diepteanalyse te maken van Clavibacter in Nederland.
In het rapport Fytosanitaire Signaleringen 2012 schrijft de NVWA dat het aantal besmettingen terugloopt. In 2012 zijn vier Clavibacter-besmettingen onderzocht op teeltbedrijven. Sinds 2008 is geen besmetting meer aangetroffen bij plantenkwekers, maar de NVWA geeft aan dat ze in het duister tast over de herkomst van de besmettingen. Ook houdt de NVWA er rekening mee dat niet alle besmettingen gemeld worden. Vanuit de sector komt elk jaar het signaal dat er meer besmettingen zijn dan gemeld worden.
Analyse van de gevallen van 2012 geeft echter geen samenhang te zien. In één van de vier gevallen wordt eenzelfde stam aangetroffen die in het voorgaande jaar op enkele andere teeltbedrijven aanwezig was, schrijft de NVWA. In twee andere gevallen duiken Clavibacter-stammen op die tot dan toe in Nederland onbekend zijn. In het laatste geval was geen isolaat beschikbaar en kon geen DNA-profiel worden bepaald. De planten zijn door verschillende plantenkwekers opgeplant, het zaad is van diverse zaadfirma’s afkomstig.
De NVWA kan meer en andersoortig onderzoek kan doen om met name de eventuele samenhang tussen verschillende
besmettingen met Clavibacter te achterhalen. Daartoe worden partijen zaad die voor de betreffende planten gebruikt zijn onderzocht, wordt de rol van de plantenkweker geanalyseerd en wordt het DNA profiel (de ‘stam’) van de besmetting vastgesteld, stelt de NVWA.