“Door het hete weer in juli heeft de zetting van 3 tot 5 vruchten per plant een tot twee weken in de wacht gestaan. Ze zijn kleiner gebleven, maar de eigenschap van het ras Arvento is dat deze puntvruchten toch goed doorkleuren en van goede kwaliteit blijven”, zegt tomatenteler Cock van Schie in Kwintsheul.
Door de uitgestelde oogst werd tijdens het eerste rondje plukken in week 36 al 1,5 kilo per m2 geoogst. “De productie was die week verdeeld over 5 tot 6 trossen en kwam in totaal uit op 2,4 kilo per vierkante meter.” In diezelfde week is de kop eruit gehaald. De hitte van week 37 zorgde voor een versnelde afbloei van de laatste trossen. “We hebben op vrijdag al de hommelkasten dicht gedaan.”
Telen op hoog tempo
De hitte heeft zo te zien geen nadelige gevolgen gehad voor de zetting en het gewas. “De laatste trossen zijn erg sterk en gemakkelijk gezet. Je denkt wel: hoe kan het goed gaan bij een etmaaltemperatuur van 24 graden, maar er zit nu veel meer vocht in de lucht. En ook al werd het ’s nachts niet kouder dan 20 graden, je had toch nog een verschil van 10 graden tussen dag en nachttemperatuur en dat is belangrijk voor de sturing van de assimilaten. Je teelt zo gewoon op een heel hoog tempo.”
Door de goede zetting en het stevige gewas hoopt Van Schie nog een goede laatste productie te realiseren. In week 38 verwachte hij nog 1,7 kilo per m2 te halen. Door het vele licht komen de tomaten er gemakkelijk af. Het vruchtgewicht is nu laag (85 gram) maar daardoor is er ook ruimte om de laatste tomaten grover te laten worden. Ondanks de normale buitentemperaturen teelt hij nog steeds zo koel mogelijk door ’s morgens snel te luchten. De voornacht staat ingesteld op 13 graden, de nanacht (van 3 tot 6 uur) op 17 uur. Overdag staat de kastemperatuur ingesteld op 20 graden plus 4 graden op licht.
Verdamping zakt snel weg
De druppel-ec is 2,8 en wordt nog met 0,3 verlaagd op licht en luchtvochtigheid (bij RV 80-75% tussen 11 en 15 uur). De ec in de mat is 4,3 en de pH is met 5,4 nogal laag. “Misschien komt dat doordat we vorige week zoveel water hebben gegeven of is het een reactie van het koppen. Meestal is het een teken van groeistagnatie, maar nu hebben we groei genoeg.” Het watergeven start om 10 uur en stopt om 16 (donker) of 17 uur (zonnig). “Je merkt wel dat de verdamping in de namiddag sneller wegvalt en dat het gewas ’s nachts minder verdampt. Je bent om 16 uur geneigd om nog een beurt te geven, maar dat is er gauw een te veel.”
Wanneer de wkk aanstaat gaat de CO2-dosering door tot 1.000 ppm, maar de Ocap-CO2 wordt al bij 600 ppm uitgeschakeld. Bij donker weer en als er warmte genoeg is, gaat de wkk later of helemaal niet aan. “Met een programmaatje berekenen we wat de kostprijs van de CO2 is en wat we het beste kunnen inzetten. Maar op weekbasis halen we gemiddeld nog wel een niveau van 500 tot 600 ppm overdag.”
‘Tuta is regelrechte ramp’
Over de plaagbestrijding valt weinig goeds te melden. “De Tuta is een regelrechte ramp. Het is veel erger geworden dan voor de zomer.” Door weinig licht en veel vocht is de Macrolophus-populatie door de entomophthora-schimmel verloren gegaan. “Je ziet geen enkele volwassene meer.” Zolang de hommels vlogen heeft hij met de gangbare rupsenmiddelen zoals Thurex, Xentari en Steward gespoten. “Maar die middelen helpen niet. Mijn hoop is nu op wekelijkse bespuitingen met Nomolt gevestigd. Maar je ziet dat de rupsen na een bespuiting onder de kroontjes wegkruipen omdat ze het blad niet meer lekker vinden en vandaar de vruchten aanvreten. We gooien nu al 5 procent van de vruchten in de container.” Het is duidelijk dat voor het eind van de teelt de plaag opgeruimd moet zijn. “We hebben al 6-7 jaar wat Tuta, maar het is nooit een groot probleem geweest. Vorig najaar dachten we er vanaf te zijn maar vonden we er wat tijdens de laatste afrijping. We dachten ze in de nieuwe teelt wel te kunnen aanpakken met Turex en Xentari, maar het lijkt erop dat ze daartegen resistent geworden zijn.”
AUTEUR GERARD BOONEKAMP