Nieuwe telersvereniging Abate voor peer Abate Fetel

Mark van den Oever en Jan van Os willen een nieuwe telersvereniging oprichten voor het perenras Abate Fetel: Telersvereniging Abate. Van den Oever gaat de komende jaren ruim 20 hectare aanplanten, Van Os teelt al 0,6 hectare.

Dinsdagavond 15 oktober presenteerden Mark van den Oever uit Sint Hubert (Noord-Brabant) en Jan van Os uit Papendrecht (Zuid-Holland) voor een grote groep belangstellende telers hun plannen rond Abate. Van Os teelt al een aantal jaren op 0,6 hectare succesvol het perenras Abate Fetel en Van den Oever wil komende jaren ruim 20 hectare Abate aanplanten. Omdat hun inziens de afzet van een groeiende groep Abate-telers veel beter collectief kan gebeuren, willen ze een nieuwe Telersvereniging Abate (TVA) oprichten. Abate NL is het merk dat ze daarvoor willen gebruiken.

Oud perenras

Abate Fetel is al een oude perenras dat volop in Italië geteeld wordt. Vooral op de Duitse markt is dit perenras een premiumproduct dat veel meer dan Conference de hoogste prijzen noteert. In de teelt is Abate Fetel allesbehalve een gemakkelijke peer. Met alle problemen in de Italiaanse perenteelt met tegenvallende producties, zwartvruchtrot, watervoorziening, afstervende of kwarrende bomen is de perenteelt daar echt op zijn retour. Afgelopen twee seizoenen viel de oogst in Italië zwaar tegen.

Nieuw voor Nederland

In Nederland is er nooit Abate Fetel van betekenis geteeld. Perenteler Jan van Os is met zijn 0,6 hectare in het zesde groeijaar de grootste Abate-teler van Nederland. Hij begon het als experiment en was op de hoogte dat de teelt van Abate Fetel in Nederland veel minder leek te passen. Toch zijn de ervaringen goed en weet hij een vergelijkbare gemiddelde productie als bij zijn Conference te realiseren, veel hoger dan de hooguit 30 tot 35 ton per hectare die ze in Italië veelal produceren. Wat betreft ziekten en plagen ziet hij geen grotere problemen dan bij zijn Conference.

De eerste jaren verkocht hij de peren in zijn eigen winkel maar afgelopen jaar verkocht hij voor hoge prijzen aan een Italiaanse handelaar. Op zich was hij tevreden over de kwaliteit, maar de verruwing van zijn gebronsde peren was wel meer dat ze in Italië gewend waren.