Nieuw hoofdstuk slepende rechtszaak tomatenziekte

De Rechtbank van Mechelen heeft aanvullende vragen over Belgische Clavibacter-besmettingen en de mogelijk zaadherkomst uit Nederland.

In de slepende rechtszaak van 8 tomatentelers die in 2009 en 2010 grote schade opliepen door een agressieve besmetting met Clavibacter, staat opnieuw de mogelijke zaadherkomst centraal. Onderzoek in deze rechtszaak bracht eerder naar voren dat de herkomst in Nederlands zaad van Syngenta niet te herleiden is. Toch wijst de verdediging van de plantenkweker (BPK) nu op uitkomsten van onderzoek van de Belgische overheid (FAVV). Ook stelt de verdediging van de plantenkweker dat het onderzoek voor het deskundigenrapport bij onder meer Naktuinbouw met verouderde technieken is gedaan. Ondertussen zijn nieuwe technieken mogelijk die wel een verwantschap met andere besmettingen zouden kunnen aantonen en daardoor een spoor naar zaad.

Nieuwe technieken

De Rechtbank van Mechelen heeft eerder dit jaar een tussenuitspraak gedaan en deze nieuwe onderzoeksvragen geformuleerd naar aanleiding van de vragen van de verdediging. Clavibacter-deskundige Jozef Coosemans heeft de vragen van de rechtbank beantwoord, die worden behandeld op een nieuwe zittingsdag. Volgens Coosemans wijzigt het oorspronkelijke deskundigenverslag niet door de nieuwe toelichting. Zo is volgens Coosemans ook een nieuwe techniek niet in staat verwantschap met oudere uitbraken aan te tonen.

Oordeel over clausules

De schade van de tuinders bedroeg € 1,3 miljoen in 2010, maar is door juridische kosten en rentekosten naar schatting verdubbeld. Een uitspraak kan mogelijk ook gevolgen hebben voor andere zaken, omdat de rechter moet oordelen over risicobeperkende clausules in de contracten van de tuinders met de plantenkweker.