‘Niet tevreden, maar we verdienen wat aan prei’

Hans Swinkels in Meterik is sinds een week of drie aan het rooien in zijn vroegste prei.

Het eerste ras was Chinook; die is inmiddels verwerkt. De kwaliteit van dit ras was dit jaar goed en beter dan in 2014. Ook de afzet verliep tot op heden beter dan vorig jaar. “We zitten nu rond 60 cent per kilo”, aldus Swinkels op 30 juni. “Daar ben ik niet tevreden mee, maar er valt zo wel wat te verdienen.”

De productie van de Marokkaanse seedlings zat op zo’n 40 ton per hectare. Het ras waar hij nu in rooit is Striker. Dat zijn Marokkaanse losse planten. Ook de kwaliteit van dit ras is naar wens.

Onkruid een probleem

Vanaf 15 juli wordt de late winterprei geplant; de prei die Swinkels rooit vanaf oktober tot en met maart is ter plaatse gezaaide prei. Die zaaide hij tussen 20 april en 8 mei. “De opkomst is goed, alleen de onkruidbestrijding vormt een probleem door de beperkingen die er zitten aan de inzet van de middelen. In zaaiprei werkte we met een LDS-systeem, maar dat gaat nu niet meer.”

De druk van trips viel tot op heden mee. In de zomerprei volstonden twee bespuitingen met Decis. Met de hittegolf nog voor de boeg was de verwachting dat de druk wel zou gaan oplopen. Preventief werden tegen roest twee bespuitingen uitgevoerd. “Er zijn een paar puntjes te vinden, dat moet zo blijven.” De voorspelde hittegolf en de droogte tot nu toe maakt dat er volop beregend wordt in alle prei. “We kunnen het goed bijhouden. Met vier haspels hebben we capaciteit genoeg.”

Binnen de normen blijven

De basisbemesting voert Swinkels uit aan de hand van een grondmonster. In de zomerprei wordt indien nodig bijbemest met KAS. In de ter plaatse gezaaide prei gebeurt dat met Entec. “Daar beginnen we zo laat mogelijk mee; liefst pas in augustus als het gewas massa begint te vormen. De gezaaide prei moet het tot dan toe doen met wat er in de grond zit. Dat is de enige manier om binnen de huidige stikstofnormen nog uit de voeten te kunnen.”