Dit tomatenseizoen is al vergeleken met het Ehec-rampjaar 2011. Dit keer leverde overproductie een lange periode van lage prijzen op. De verliezen zijn meestal niet meer in te halen. Toch boeken sommige bedrijven opnieuw mooie resultaten.
Zo goed als het seizoen van 2017 was, zo dramatisch slecht waren de tomatenprijzen in 2018, althans tot eind augustus. Tussen half mei en eind augustus (14 weken lang) lagen de dagprijzen van standaard trostomaten onder 50 cent per kilo. Daarna werd het nog erger. Eind juli stortte de tomatenmarkt volledig in. De hitte zorgde voor versnelde afrijping en topproducties, terwijl Europa vakantie vierde en minder tomaten consumeerde. Vele tonnen tomaten werden gestort of gedumpt op de markt met verlies.
“Sinds de Ehec-crisis heb ik dit niet meer meegemaakt”, zegt tomatenteler Gertjan van der Spek in Bergschenhoek. De laatste 6 kilo grove trostomaten per vierkante meter van de vroege, belichte teelt, belandden bij hem in de afvalcontainer.
Bekijk actuele tomatenprijzen en maak zelf prijsvergelijkingen
Achterstand niet meer in te halen
In week 34 begonnen de prijzen snel te stijgen, mede als gevolg van tegenvallende producties en kwaliteitsproblemen. In heel september waren de dagprijzen vervolgens een stuk hoger dan in de voorgaande jaren.
“Maar het is niet te verwachten dat de achterstand in omzet nog wordt ingelopen”, zegt Peter Nugteren van Flynth adviseurs en accountants in Naaldwijk. “De meeste bedrijven hadden tot en met juli al 20% tot 25% minder omzet dan in dezelfde periode van vorig jaar. Maar we zien ook bedrijven die het evengoed of zelfs beter doen.”
Lees verder onder de foto en grafieken
Productie ook lager
Op verzoek van Groenten&Fruit maakte Nugteren een vergelijking op basis van een benchmark van 15 bedrijven voor de periode januari tot en met juli 2017 en 2018, kleine en grote (3 tot 25 hectare), belicht en onbelicht, verspreid over het westen van het land, in totaal circa 147 hectare. De ebitda (bedrijfsresultaat voor rente en afschrijving) volgt dezelfde lijn als de omzet. Doordat de operationele kosten gemiddeld 7% zijn gestegen, is het verschil in ebitda nog groter.
De kostenstijging zit voornamelijk in arbeid en voor een kleiner deel in energie. Daling van omzet en ebitda is voor een groot deel toe te schrijven aan de lage middenprijzen. Ook de producties liggen lager.
“We zien tot en met juli een productiedaling van 5% tot 10%. Dat wordt vooral veroorzaakt door de hogere plaagdruk van bijvoorbeeld Tuta en Nesidiocorus”, aldus Nugteren. “Dat de post arbeid relatief weinig is gestegen, komt voor een groot deel door de lagere productie. Want de uurlonen gaan wel omhoog.”
Bedrijven die waarde toevoegen aan tomaat doen het beter
Uit de cijfers van de groep blijkt dat het verlies (verschil ebitda 2017-2018) tot en met juli gemiddeld € 5,79 per vierkante meter bedraagt. Nugteren ziet daarbij weinig verschil tussen belichte en onbelichte bedrijven.
Toch doen 4 van de 15 onderzochte bedrijven het minstens net zo goed als vorig jaar. Dat zijn allemaal bedrijven die veel toegevoegde waarde aan het product weten toe te voegen via fustvergoedingen, kleinverpakken en levering voor deelmarkten. “Je ziet daardoor zelfs binnen telersverenigingen grote verschillen. Er zijn nu eenmaal telers die al die herrie niet willen of kunnen hebben in hun schuur.”
Het product hoeft niet per se een specialty te zijn. Ook bulk kan om een speciale verpakking of andere toegevoegde waarde vragen. Maar bij speciale tomaten is er wel meer aandacht voor toegevoegde waarde en kan de marge ook groter zijn.
Toegevoegde waarde is vaak onderdeel van afspraken met de afnemer. “De manier waarop de afzet is georganiseerd heeft grote invloed op de resultaten. Bedrijven die zelf hun afzet regelen en lange termijn afspraken maken, hebben meestal een hele stabiele omzet. Hun middenprijs is minder afhankelijk van de weekprijzen.”
“Dat is echter maar weggelegd voor een klein deel van de markt. Het overgrote deel wordt verkocht via afzetorganisaties, die vaak een verdeelsleutel hanteren over alle leden.”
Meer reserves opgebouwd
Nugteren verwacht geen ernstige gevolgen, zoals in 2014. “Als het bij dit verlies blijft zullen er geen bedrijven failliet gaan. Bedrijven hebben meer reserves opgebouwd. Er zullen misschien wel meer onbelichte bedrijven oogstkrediet moeten aanvragen omdat zij langer uit productie zijn. Vooral kleinere bedrijven hebben vaak minder liquiditeit-reserve kunnen opbouwen.”