Het krimpende middelenpakket stelt de fruitteelt de komende jaren voor een flinke uitdaging.
Met name het aantal beschikbare insecticiden zal naar verwachting afnemen. Breedwerkende middelen worden vervangen door meer specifieke middelen. Ook de mogelijkheden voor het bestrijdingstijdstip nemen af. Waar eerst sprake was van én-én, komt nu steeds meer óf-óf op de etiketten te staan. Maatwerk op bedrijfsniveau is daarom nodig bij het uitdenken van een strategie voor het beheersen van de belangrijkste ziekten en plagen.
Biologische kennis ligt altijd aan de basis van technologie
Bovengenoemde beperkingen hebben mede gezorgd voor een snelle ontwikkeling van diverse technologische hulpmiddelen. Door bestrijdingsmomenten zo goed mogelijk aan te sluiten op de levenscyclus van de ziekte of plaag neemt de effectiviteit van de middelen toe. Maar deze ontwikkelingen mogen de kennisontwikkeling over het functioneren van boomgaardsystemen niet in de weg staan. Biologische kennis ligt immers altijd aan de basis van dergelijke technologie.
Juist nu specifiekere oplossingen vereist worden, is het belangrijk om organismen, zoals insecten, vanuit het gehele ecosysteem te bestuderen. Vragen die daarbij gesteld kunnen worden, zijn: Welke interacties zijn er tussen deze soort en andere organismen? Welke invloed heeft klimaatverandering op deze soort en de interacties? Op welke momenten van de levenscyclus kunnen we ingrijpen?
Breder kijken dan directe bestrijdingsmethoden
Op basis van deze vragen kunnen we op zoek naar creatieve en praktische oplossingen als aanvulling op de bestaande mogelijkheden. Daarbij moeten we breder kijken dan directe bestrijdingsmethoden. Kunnen we bijvoorbeeld de interacties zo sturen dat het biologisch evenwicht anders komt te liggen? Goed observeren en monitoren, al dan niet met technologie, zijn hierbij van cruciaal belang.