GMO leverde de tuinbouw miljarden euro’s Brussels geld op. En toch ontwikkelden tuinders er haat-liefdeverhouding mee.
Het zou een mooie case zijn voor diegenen die principieel tegen zijn op elke vorm van overheidsinmenging in marktzaken. Eerst werd de Europese markt overvoerd door product uit Spanje als gevolg van enorme EU-subsidies voor teelt en logistiek: de crisis van begin jaren 90.
Toen kwam GMO. Marktgericht ondernemen zou door deze regeling worden bevorderd, doordat telers zich moesten groeperen in telersverenigingen om voor deze steun in aanmerking te komen. Het legde een financiële bodem voor de schaalvergrotingsbubbel, die uiteindelijk vanaf 2009 op dramatische wijze leegliep.
Marktordening door overheid
Gemeenschappelijke marktordening. Met overheidsmiljoenen de markt willen ordenen. Alleen in Nederland is er in twee decennia tegen de 2 miljard euro uit Brussel naar de tuinbouw gestroomd. En een flink deel van dat geld werd aan de bedrijven van individuele telers besteed.
De telers die níét direct profiteerden waren niet blij, want hoe eerlijk was dat? En wie wel een GMO-koelcel of sorteer- en verpakkingslijn op zijn bedrijf kreeg, kreeg daar een ketting en een zware ijzeren bal bij: gevangene van de GMO-erkende coöperatie. Je kon immers met goed financieel fatsoen niet meer weg bij je telersvereniging. Dan moest je alsnog het GMO-deel van die investering terugbetalen.
Nationale Strategie
De vernieuwde GMO zou aan deze praktijken een einde moeten maken. Dat moet in meer detail gaan blijken uit de ministeriële regeling die in juli uitwerking geeft aan de deze week bekend gemaakte Nationale Strategie.
Het gaat vanaf nu weer voornamelijk over versterking van de marketing. Niet de productie, maar de markt voor groente en fruit laten groeien. En daarbij ook de marktpositie van de teler in de keten versterken. Daar ging het van meet af aan om, was immers al in de jaren 90 de boodschap. Nu eens kijken of de telersverenigingen zich kunnen inhouden in het zoeken naar manieren om de voorwaarden toch op te rekken naar alsnog toch weer meer produceren tegen lagere kosten.