Doorgaan naar artikel

‘Niet denken in bulk, maar in kwaliteit’

Adrie Oppers vaart zijn eigen koers, al veertig jaar lang. De Brabander teelt zeventig verschillende groenten, die hij rechtstreeks afzet. Door zelf veel uren te maken en niet beneden de kostprijs te verkopen, weet Oppers een goede boterham te verdienen met deze aanpak.

Voor Adrie en Jacqueline Oppers is 2024 een memorabel jaar. Precies veertig jaar geleden startten ze namelijk hun eigen bedrijf, Groentekwekerij Oppers. “Die mijlpaal laten we niet onopgemerkt voorbijgaan”, lacht Adrie Oppers (67). “Om het te vieren, bezochten we onlangs – samen met onze kinderen – de musical ‘Soldaat van Oranje’. Dat was geweldig!”

Oppers is een echte ‘groenteman’. Zijn wieg stond op een gemengd bedrijf in Oirschot, maar zijn hart lag altijd bij de plantaardige sectoren. “Als kind had ik al een eigen moestuintje. Het was voor mij dan ook niet meer dan logisch dat ik naar de Groenteteeltvakschool in Someren zou gaan. Tijdens die opleiding werkte ik bij een groenteler in de buurt. Hij teelde veel verschillende gewassen. Dat sprak me aan, vooral vanwege de afwisseling.”

Twaalf verschillende groenten telen

In 1984 streken Adrie en Jacqueline Oppers neer in Middelbeers, waar ze – op de plek waar Jacqueline opgroeide – een eigen groentebedrijf startten. De ondernemer had duidelijk voor ogen wat hij wilde: een grote verscheidenheid aan gewassen in combinatie met directe afzet. “De Rijksvoorlichtingsdienst verklaarde me voor gek; ze vonden me destijds ouderwets. Specialiseren, dat was het devies. Maar als je één gewas teelt, kun je naar mijn mening net zo goed bij Philips gaan werken. Dan ben je immers ook de hele dag met hetzelfde bezig.”

Groentekwekerij Oppers omvat 6 hectare, waarop zo’n zeventig verschillende gewassen worden geteeld. Groentekwekerij Oppers omvat 6 hectare, waarop zo’n zeventig verschillende gewassen worden geteeld.

Tegen de stroom in ging Oppers daarom twaalf verschillende groenten telen, op een oppervlak van 3,5 hectare. Deze verkocht hij deels in een winkel aan huis. “Daar konden we vanzelfsprekend niet alles kwijt. In het begin leverden we daarom ook aan de NCB-veiling in Veldhoven. Na verloop van tijd kregen we steeds meer groentewinkels als klant – ik trof hen op de veiling – die direct bij ons gingen inkopen.”

Vaste klantenkring opgebouwd

De ondernemer hield in de loop der jaren vast aan de geschetste koers. Wel werd zowel het areaal als het aantal gewassen verder uitgebreid. Inmiddels omvat Groentekwekerij Oppers zes hectare, waarop zo’n zeventig verschillende gewassen worden geteeld. Dan gaat het om onder meer peulen, kapucijners, prei, knolselderij, bloemkool, broccoli, snijbonen, paksoi en koolrabi. Ook heeft de ondernemer een speciale trekcel, voor de teelt van witlof. “Hier begonnen we ooit mee om ook in de winter voldoende werk te hebben. Inmiddels telen we meerdere wintergewassen, maar nog steeds is witlof een belangrijke teelt voor ons”, zegt Oppers. “Hoe ik alles gepland krijg, met die zeventig gewassen? Dat zit in m’n harde schijf, is in de loop der jaren een automatisme geworden. En ik kan goed dingen onthouden; dat is een voordeel. Er ontgaat me bijna nooit iets.”

Je merkt dat consumenten – en vooral jonge mensen – steeds meer waarde hechten aan gezond eten

De winkel bij het bedrijf – die zes dagen per week open is en wordt gerund door Jacqueline – is nog steeds een belangrijk verkoopkanaal. “We adverteren niet”, vertelt Jacqueline Oppers. “Wel stuur ik vaste klanten bij speciale gelegenheden een kaartje. Dat wordt gewaardeerd. Ook doen we aan sponsoring. Op deze manier, en door mond-tot-mondreclame, hebben we een vaste klantenkring opgebouwd. En die groeit nog steeds: je merkt dat consumenten – en vooral jonge mensen – steeds meer waarde hechten aan gezond eten.”

Groenteboxen zijn vandaag de dag een belangrijk afzetkanaal voor Groentekwekerij Oppers. Groenteboxen zijn vandaag de dag een belangrijk afzetkanaal voor Groentekwekerij Oppers.

De ondernemers beleveren daarnaast andere groentewinkels en horecazaken, ook zijn groenteboxen vandaag de dag een belangrijk afzetkanaal. “Dergelijke initiatieven, waarbij consumenten wekelijks een pakket met verse groenten krijgen, zijn sinds een jaar of tien in opkomst”, zegt Adrie Oppers. “Onder meer Boerschappen is een belangrijke klant. Inmiddels gaat het merendeel van onze groenten naar dit soort initiatieven.”

Slim combineren

De vraag rijst hoe Oppers het arbeidstechnisch regelt, met zo’n breed scala aan gewassen. “Het meeste werk doe ik zelf, samen met onze medewerker”, zegt hij. “Daarnaast springen mijn broers en zussen en onze kinderen regelmatig bij. Het klinkt groots, zeventig gewassen, maar je kunt veel arbeid besparen door zaken slim te combineren. Zo plant ik altijd in groepen: er gaan meerdere gewassen tegelijkertijd de grond in. Datzelfde doe ik met andere werkzaamheden. Ook heb ik in de loop der jaren diverse machientjes ontwikkeld en opgekocht, om werkzaamheden te mechaniseren. Op deze manier is het prima behapbaar. Maar eerlijk is eerlijk: ik maak zelf ook veel uren, werk zeven dagen per week. Het is een manier van leven.”

Eind mei is Adrie Oppers druk met het oogsten van peulen. Eind mei is Adrie Oppers druk met het oogsten van peulen.

Weet de ondernemer een goed rendement te behalen met deze bedrijfsopzet? Oppers geeft aan dat er geen reden tot klagen is. “Onze kostprijs ligt logischerwijs hoger dan bij een bedrijf met een beperkt aantal gewassen. Maar ik verkoop het product nooit beneden de kostprijs; daar ben ik heel stellig in. En onze afnemers zijn ook bereid om een meerprijs te betalen; zij kiezen bewust voor smaak. We telen vooral rassen die lekker zijn, ondanks dat deze vaak wat minder productief zijn. Wij denken niet in bulk, maar in kwaliteit.”

Zo min mogelijk gewasbescherming

Oppers zet zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen in. Maar volledig biologisch telen, dat is geen optie. “Ik wil de mogelijkheid houden om in te grijpen als het echt nodig is. Anders gaat er wellicht product verloren en dat staat voor mij gelijk aan voedselverspilling. Maar veel last van ziekten en plagen hebben we niet. Doordat wij veel verschillende gewassen telen, zijn er namelijk meer natuurlijke vijanden. Eigenlijk waren wij al bezig met strokenteelt nog voordat deze term werd uitgevonden. Daarnaast is de ziekte- en plaagdruk laag doordat er in deze omgeving weinig tuinderijen zijn.”

Dit voorjaar speelt de nattigheid hem wel parten. Het planten is vertraagd en sommige gewassen staan met hun voeten in het water. “Hierdoor gaan we zonder meer aan productie inleveren. Zo’n jaar als dit, dat heb ik nog nooit meegemaakt.”

We telen altijd verschillende partijen van een product. Zo hebben we twaalf plantingen bloemkool in een seizoen

Leveringszekerheid is geen groot issue voor Oppers, ondanks dat hij maar beperkte oppervlakken van ieder gewas teelt. “Maar we telen altijd verschillende partijen van een product. Zo hebben we twaalf plantingen bloemkool in een seizoen. Gaat er een planting verloren, dan is de volgende meestal wel goed.”

Hoewel hij officieel de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, piekert de Brabander – die waarschijnlijk geen opvolger heeft – er voorlopig nog niet over om te stoppen. “Hoewel de regeldruk soms frustreert, doe ik het nog steeds graag. Ik geniet nog altijd van de afwisseling, van het werken op het veld. Zolang ik het leuk vind en mijn gezondheid het toelaat, ga ik door.”

Bekijk meer

Share this

Ank van Lier
Ank Van Lier

Freelance redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin